e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de tafel afruimen afruimen: aafruumen (Venlo) Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)] III-2-1
de tafel dekken dekken: dekke (Venlo), dekkə (Venlo), dékke (Venlo), tafel dekken: taofel dekke (Venlo), taofel dèkke (Venlo) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de toog aankrijgen de toog (<lat.) aankrijgen: toog aankriege (Venlo) De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)] III-3-3
de tweede keer bakken drogen: dryǝgǝ (Venlo) Uit de woordtypen blijkt dat dit voor de tweede keer bakken bestaat uit twee handelingen t.w. laten kleuren en laten drogen van de beschuit. [N 29, 63] II-1
de vier zijden van een bikkelbeentje bikken (mv.): bikke (Venlo), kuil: ky(3)̄lə (Venlo), steuntje: stuintje (Venlo) De vier zijden van zon beentje. [N R (1968)] III-3-2
de was blauwen (de) was blauwen: de wasch blauwe (Venlo), blauwselen: blauwselen (Venlo) blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] || Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)] III-2-1
de was bleken bleken: bleike (Venlo, ... ), bleiken (Venlo) het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)] III-2-1
de was doen rijven: riève (Venlo) wrijven (over een wasbord) III-2-1
de was invochten invochten: invóchte (Venlo), sprinkelen: sprinkele (Venlo), was invochten: was invôchte (Venlo) het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)] || invochten (bijv. de was invochten voor het strijken) III-2-1
de was mangelen wringen: vringe (Venlo) De was glad maken d.m.v. een mangel (mangelen, wringen) [N 79 (1979)] III-2-1