e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderx donder: donder (Venlo), dônder (Venlo), (o bijna oo).  donder (Venlo), hommel: hómmel (Venlo), (o bijna oo).  hommel (Venlo) donder [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
donker worden, duisteren duister worden: ’t wuërt duuster (Venlo), neren: néérə (Venlo) donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] || schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx donker: dònker (Venlo), dónkel (Venlo), dónker (Venlo, ... ), dónkər (Venlo), dônker (Venlo, ... ), vroegere benaming!  dónkel (Venlo), duister: duu:ster (Venlo), duuster (Venlo, ... ), duùster (Venlo), dŭŭstər (Venlo, ... ), düster (Venlo), schemer: schemer (Venlo) donker || donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] || donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] || donker, duister || duister || niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
dons, nestveren duivelshaar: dūūvəlshaor (Venlo), dûvəlshaor (Venlo), v jonge vogeltjes  duuvelshaor (Venlo), nesthaar: nishaor (Venlo) donshaar || het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood dood: doëd (Venlo) dood III-2-2
dood (bn.) dood: doed (Venlo, ... ), doeët (Venlo), doeəd (Venlo), doëd (Venlo, ... ), dut (Venlo), duət (Venlo), dôet (Venlo), klinkeruitspraak Venlo Wb p. 81  doeëd (Venlo), kapoedewiets: kapoedewits (Venlo), kapoerewiets: cf. VD s.v. "kapoeres, kapores"in de vervorming "kapoerewiet  kapoerewiets (Venlo), kapot: kapot (Venlo), kastjeboem: kasjeboem (Venlo) dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood (bn) || dood (bn.) || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zn.) dood: doëd (Venlo), dōēət (Venlo), oeë = oo  doeëd (Venlo), end: int (Venlo) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] || dood (zn) III-2-2
doodgraver dodengraver: doeëjegraver (Venlo) doodgraver III-2-2
doodlopende weg eind spoor: ind spaor (Venlo), zakstraat: zàkstraot (Venlo) een doodlopende weg (cul-de-sac, keerweg) [N 90 (1982)] III-3-1
doodskist doodkist: doëdkist (Venlo), doodskist: doe(w)skis (Venlo, ... ), doëdskist (Venlo, ... ), dōēədskis (Venlo), dōēətskis (Venlo), dôêdskis (Venlo), dôêtskis (Venlo) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] || doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3