e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duif (alg.) duif: dooͅeoͅf (Venlo), en doe(oe)f (Venlo), [Met afbeelding].  doèf (Venlo) 1. Duif. || duif [GTRP (1980-1995)] || Duif [SGV (1914)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Venlo), doèf (Venlo), dōēf (Venlo) duif || Duif [SGV (1914)] III-4-1
duif, overige soorten reisduif: reisdoèf (Venlo) postduif III-4-1
duiken duiken: duuke (Venlo) Duiken. III-3-2
duiker duiker: duikər (Venlo), duuker (Venlo) de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)] III-3-1
duim duim: doem (Venlo, ... ), geheng: gǝheŋ (Venlo), gehengduim: gǝheŋdūm (Venlo), plaatduim: plāt˱dūm (Venlo), schroefduim: sxrū.f˱dūm (Venlo), steenduim: stęjndūm (Venlo), toren: tūr (Venlo) duim [N 10 (1961)] || Zie kaart. De in het muurgesteente aangebrachte ijzeren haak voor raam- of deurhengsels. Zie ook afb. 56. In en rond L 289 werd de term her gebruikt voor het metalen scharnierstuk dat aan de deurpost was bevestigd. Het scharnierstuk dat aan de deur vastzat en paste in de her werd 'geheng' ('gǝheŋ') genoemd. Zie voor het woordtype 'toren' ook RhWb viii, k. 1481-1482 s.v. 'Turen': ø̄Türangel, der Stift, um den sich die Tür dreht; auch jener in die Wand geschlagene Eisenhakenø̄, en voor het woordtype 'tordel' ook Limburgs Idioticon, pag. 252, s.v. 'teulder', den, ø̄har, lat. cardo. Geh. Maeskant.ø̄ [N 32, 13a; N 54, 81b-81e; monogr.] II-9, III-1-1
duim, maat van 2,5 cm duim: doem (Venlo), dŏĕm (Venlo) de maat die een lengte van 2 1/2 cm aangeeft [duim] [N 91 (1982)] III-4-4
duimeling duimeling: duumeling (Venlo, ... ) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
duimhengsel duimscharnier: dūmsxarnēr (Venlo) Hengsel waarvan de veer draait op een in de muur of op het kozijn aangebrachte, oogvormig uitlopende, metalen pin. Zie ook het lemma 'Hengselduim'. [N 54, 80a; monogr.] II-9
duimstok vierdelige meter: vērdęjlegǝ mē̜tǝr (Venlo) Vouwbare maatstok waarvan de vier delen ieder vijfentwintig cm lang zijn. Aan de uiteinden is elk deel versterkt met metaal. De metalen scharnieren van de duimstok bestaan uit ronde schijven die over elkaar draaien. De twee scharnieren in het midden zijn penvormig. Vroeger was de duimstok verdeeld volgens de duimschaal; tegenwoordig zijn uitvoeringen in gebruik met aan de ene kant een duimschaal en aan de andere kant een metrische schaal. Zie ook afb. 99. [N 53, 184a; monogr.] II-12