e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
feest van sinter-greef halfvasten: half vaste (Venlo), halfvaste (Venlo), halfvastenszondag: half vastes zondaag (Venlo) Het feest van Sinter-Greef (half vasten) [grevin, greve, miknem]. [N 88 (1982)] III-3-2
feestdag van een heilige naamsdag: naamsdaag (Venlo) De naamdag van een heilige. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van maria mariadag: mariadaag (Venlo) Een feestdag van de H. Maagd Maria in het algemeen (Lievevrouwedag, Mariadag). [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-jozef sint-jozef: st jozef (Venlo) 19 maart, H. Jozef [Sint Jozep, Tsint Joep]. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-maarten sinter-maarten: sinter merte (Venlo) 11 november, H. Martinus, St. Maarten, St. Marten, St. Marte. [N 96C (1989)] III-3-3
feesten feesten: feeste (Venlo, ... ), fieeste (Venlo), fīəstə (Venlo), feestvieren: Sub viere.  fees viere (Venlo), vieren: viere (Venlo) Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)] || Feest vieren. || Feesten. III-3-2
feestpredicatie feestpreek: feespraek (Venlo) Een feestpredikatie. [N 96B (1989)] III-3-3
fermetguts rondguts: ront˲gøts (Venlo) Gutsbeitel waarvan de snede zich aan de bolle zijde van het blad bevindt. Zie ook afb. 69. [N 53, 39a-c] II-12
fiets fiets: fiets (Venlo, ... ) fiets: Mn - is stuk, ik moet lopen [DC 35 (1963)] || Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)] III-3-1
fietsen fietsen: fietse (Venlo), fĭĕtsə (Venlo) op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)] III-3-1