e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gek persoon flap: een flap (Venlo), flares: cf. RhWb. II, kol. 560, s.v. "Flares": "Geck, läppischer Kerl (wer auffällig gekleidet ist u. sich auffällig benimmt)  flarus (Venlo), flujas: Flujas is (naast een dwaas persoon) volgens de legende de stichter van Venlo"(zie Venlo Wb. p. 128)  flujas (Venlo), kwastelorum: kwastelorum (Venlo) dwaas persoon || een dwaas, gek || een gek III-1-4
gekheid maken flauwekul verkopen: flauwe köl verkaupe (Venlo), jen maken: jen make (Venlo), jennen: jenne (Venlo), schertsen: schertsə (Venlo) gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)] III-1-4
gekkenhuis gekkenhuis: gekkehoês (Venlo), gékkəhōēs (Venlo) een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)] III-3-1
gekneusd geblutst: gebluts (Venlo) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
geknield zitten knielen: kneele (Venlo), op de knien zitten: op de kneen zitte (Venlo) (onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
geknipt werk knipwerk: knepwęrǝk (Venlo) Wijze van voegen waarbij de voegen eerst met fijne witte specie worden volgezet en vervolgens langs de kanten met een voegijzer of mesje schuin worden afgesneden. Geknipt werk vervaardigen noemde men in L 163 'knippen' ('knepǝ') of 'snijden' ('snejǝ'), in K 353 'bovenop voegen' ('bōvǝnup ˲vugǝ'). [N 32, 34d; N 32, 35a; N 32, 35c; monogr.] II-9
geknotte wilg knotwilg: knotwilg(e) (Venlo), uileind: ulen (Venlo) de knotwilg (boom van het geslacht Salix) [DC 13 (1945)] III-4-3
gekookte hersens hersens: Syst. WBD  herses (Venlo, ... ) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekraagde roodstaart gekraagde roodstaart: gekraagde roëdstert (Venlo), roodstaartje: rôêtstèrtje (Venlo), zonder nadere specificatie ondergebracht bij Gekraagde Roodstaart  roeëdstertje (Venlo) gekraagde roodstaart || gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)] III-4-1
gekruld haar krulhaar: krolhaor (Venlo, ... ), krölhaor (Venlo), krullen: krolle (Venlo) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1