e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesneden mannelijk varken berg: bø̜rx (Venlo), gesneden beer: gǝsnei̯ǝn bīr (Venlo) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gespel: gaspel (Venlo), gespel (Venlo, ... ), gèspel (Venlo, ... ), gɛspǝl (Venlo), schoon mit ein gesepel (Venlo), (Zie ook afb. p. 135).  gèspel (Venlo), klamp: Van Dale: klamp.  klamp (Venlo), snal: snal (Venlo), snal (<du.): snal (Venlo) de gesp aan de broek [N 59 (1973)] || Gesloten, vaak min of meer vierkant beugeltje, gewoonlijk met een al of niet aan een afzonderlijke spil zittende tong, aan het ene einde van een riem enz. bevestigd en waardoor het andere einde gestoken wordt, dat dan door de tong in de ring vastgehouden wordt (Van Dale, pag. 903). [N 62, 53; MW; monogr.] || gesp || gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || gesp als sluiting || rijgveter || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] II-7, III-1-3
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen stamper: stampǝr (Venlo) De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b] I-6
gesteven voorstuk van een overhemd front: frónt (Venlo), frontje: frontje (Venlo), fròntje (Venlo) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestichte mis gestichte mis: gestichde mis (Venlo) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
gestreepte broek fantasieboks: fantasie boks (Venlo), fantasie-bôks (Venlo), (Zie ook afb. p. 123).  fantesiebóks (Venlo), streepjesboks: striepkesboks (Venlo), striepkesbóks (Venlo), strepen boks: Van Dale: II. strepen (bn.), &lt;gew.&gt; van gestreepte stof: een strepen rok.  striepebôks (Venlo) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] || de gestreepte broek van het jacquet [N 59 (1973)] || streepjesbroek behorend bij frakjas III-1-3
getailleerd colbert korsettenlijfje (<fr.): ein korsette liêfke (Venlo) een getailleerd colbert [N 59 (1973)] III-1-3
getailleerde jas geklede jas: de gekleide jas (Venlo) geklede jas met taillenaad [N 59 (1973)] III-1-3
getalzijde van een geldstuk munt: munt (Venlo, ... ), mønt (Venlo) De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)] III-3-2
getob; tobben gedoens: gedeuns (Venlo), gemartel: gemertel (Venlo), gesukkel: gəsukkəl (Venlo), zaniken om wat klaar te krijgen: sanikke um wat klaor te kriege (Venlo) gemartel [SGV (1914)] || het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)] III-1-4