e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hangende steiger hangsteiger: haŋ[steiger] (Venlo) Steiger bestaande uit winkelhaakvormige ramen die met behulp van touwen of haken aan het dak zijn vastgemaakt. De ramen rusten tegen de muur van het bouwwerk en dragen de planken waarop de metselaar staat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden en woorddelen '(steiger)' en '(stelling)' hetlemma 'Steiger'. [N 32, 8a] II-9
hanggeranium hanggeranium: -  hanggeranium (Venlo) hanggeranium [DC 60a (1985)] III-2-1
hangslot hangslot: hangslaot (Venlo, ... ), hangslao‧t (Venlo), hangsloot (Venlo) Een slot dat aan b.v. een koffer of aan een deur gehangen wordt, met een draaibare beugel (kluister, hangslot, korna ) (=Fr. cadenas) [N 79 (1979)] || hangslot [N 07 (1961)] III-2-1
hansworst aansteller: aansteller (Venlo), flapdrol: flapdrol (Venlo), hansworst: hanswors (Venlo), hánswórs (Venlo) iemand die zich belachelijk aanstelt [hanswordt, polichinelle] [N 85 (1981)] III-1-4
hard schreeuwen hard schreeuwen: hard schrîêve (Venlo) hard schreeuwen; je moet - - anders verstaat hij ons niet [DC 03 (1934)] III-3-1
hard waaien boezen: boeze (Venlo), boezen (Venlo), boèze (Venlo, ... ) hard waaien || hard waaien [boezen] [N 22 (1963)] III-4-4
hard werken krozen: vgl. Venlo Wb. (pag. 175): kraoze, 1. werken; -2. ploeteren.  kraoze (Venlo, ... ), pezen: paeze (Venlo), schuften (du.): Van Dale (DN): schuften, hard werken, zwoegen, ploeteren.  schōēftə (Venlo) arbeid verrichten [werken, arbeiden, wrochten] [N 85 (1981)] || geregelde arbeid verrichten; zijn taak, beroep of bedrijf uitoefenen [werken, arbeiden, wrochten] [N 89 (1982)] || het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1
hard, luid hard: hard (Venlo, ... ), hàrt (Venlo), luid: lūūt (Venlo) hard (schreeuwen) [DC 38 (1964)] || hard klinkend [hard, luid] [N 91 (1982)] || luid [SGV (1914)] III-4-4
harde, zware grond kluitaarde: kloêtaerd (Venlo) hard worden, gezegd van aarde [vervloeren, sluiten] [N 81 (1980)] III-4-4
hardlijvigheid, hardlijvig (zijn) hardlijvig: hardlievig (Venlo), hárlīēvig (Venlo), hardlijvigheid: hardliêvigheid (Venlo), niet kunnen afgaan: neet kinne aafgaon (Venlo) Constipatie: verstopping, hardlijvigheid (beslotenheid, constipatie, obsteeg afgaan). [N 84 (1981)] III-1-2