e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleine hoeveelheid eten kriemeltje: Syst. WBD  kriemelke (Venlo) Welk woord kent u voor een zeer kleine hoeveelheid eten (een brusselke, een kriemelke?) [N 16 (1962)] III-2-3
kleine knikker: glazen knikker glazen kuls: glazen køͅls (Venlo), glazə køͅls (Venlo), glazeren, een ~: eine glazere (Venlo) Glazen knikker met kleuren erin. || Kleine stenen of glazen knikker [mullemer, aardezoekertje, artzeiker]. [N 88 (1982)] III-3-2
kleine neus klein neusje: klein neuske (Venlo, ... ) Dat kind heeft een klein neusje. [DC 37 (1964)] III-1-1
kleine schadelijke zoogdieren last van muizen, enz.: las van muûs, enz. (Venlo), muizen: muus (Venlo) schadelijke en hinderlijke grotere dieren als muizen, mollen, enz. [DC 55 (1980)] III-4-2
kleingeld kleingeld: klei geld (Venlo), kleingeld (Venlo, ... ) Klein geld [pasgeld, snuistergeld?] [N 21 (1963)] || kleingeld [SGV (1914)] III-3-1
kleinkinderen gruimpje: verouderd; Venlo Wb. "grumele"= kruimelen; cf. Weijnen en WLD III, 2 eten en drinken (greumel)  grumke (Venlo), kleinkind: kleinkind (Venlo), kleinkinder  kleinkind (Venlo, ... ), kleinkinder: kleinkinder (Venlo) kleinkind [SGV (1914)] || kleinkind, kleinkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
kleinste dier van het nest achterblijver: WLD  achterbliêver (Venlo), kleinste: de kleinste (Venlo), ozelaar: ozelaer (Venlo), WLD  oozəléér (Venlo) Hoe noemt u het kleinste, jongste, zwakste dier van een nest [N 83 (1981)] III-4-2
kleinwerker kleinwerker: kleinwerker (Venlo) Vakman of kleermaker die alleen kleine kledingstukken zoals broeken en vesten maakt. [N 59, 194a] II-7
kleinzoon kleinzoon: kleinzoon (Venlo, ... ) kleinzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
klemgereedschap spangereedschap: spangǝręjtsxap (Venlo) De algemene benaming voor het span- en klemgereedschap zoals dat door timmerlui en andere houtbewerkers wordt gebruikt bij het lijmen of aan de werkbank. [N 53, 215] II-12