e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kotelet, ribstuk karbonade: karbenaje (Venlo), kermenaai (Venlo), kermenaaj (Venlo), Syst. WBD  kermenaai (Venlo), kermenaaj (Venlo, ... ), kotelet: kortelet (Venlo) carbonade || Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] || gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)] || kotelet III-2-3
koud zetten koud zetten: kalt zętǝ (Venlo) Een volk dat te groot is, zet men op een plaats waar eerst geen korf stond. Hierdoor wil men het laten afvliegen, d.w.z. de vliegbijen laten weggaan. [N 63, 94a] II-6
koud, mistig en somber weer doods weer: duëds waer (Venlo), duister (weer): duuster wêr (Venlo), grijs (weer): grīēs (Venlo, ... ), ’t is griès (Venlo), ⁄t is grîês (Venlo), het ziet er grijs uit: ⁄t zuut der grīēs ôêt (Venlo), koud en mistig (weer): kàlt en mistich (Venlo), kàlt én mistich wéér (Venlo), koud, nat en schuiverig: kald, naat en schuuverig (Venlo), mistig (weer): mistich (Venlo, ... ), mistich wéér (Venlo), mistig (Venlo, ... ), mistig waer (Venlo), mistig wéər (Venlo), ’t is mistig (Venlo), ’t is mistig waer (Venlo), mottig (weer): mottig waer (Venlo, ... ), mo͂ttich (Venlo, ... ), môttig waer (Venlo), schuiverig (weer): schuuverig (Venlo), schuverig waer (Venlo), triest (weer): triest (Venlo) donker [~ weer] [SGV (1914)] || koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] || mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || mistige lucht [mok-, motlocht] [N 22 (1963)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)] III-4-4
koude bouw koude bouw: kaldǝ bǫw (Venlo) Manier van raten bouwen waarbij de raten met de smalle kant naar het vlieggat zijn gekeerd, dwars op het vlieggat. De term koude bouw duidt niet op temperatuur. [N 63, 17b; N 63, 17c] II-6
koude drukte maken poeha maken: pŏĕháá máákə (Venlo) drukte maken voor niets [N 85 (1981)] III-1-4
koude mist het is zuur grijs: ’t is zoor griès (Venlo), koude mist: kalde mis (Venlo) gure, koude mist [zoere mok] [N 22 (1963)] III-4-4
koude noordenwind, bijs koude noordenwind: kalde naordewind (Venlo), koude wind: eine kalde wind (Venlo), wind: wind (Venlo), zure wind: zoore wind (Venlo) koude [een ~ wind] [SGV (1914)] || koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)] III-4-4
koudvuur koudvuur: kaldveur (Venlo), kalt vuur (Venlo), kált veur (Venlo) Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 84 (1981)] III-1-2
kous met knoopjes slobkous: slobkousen (Venlo), sloebkouse (Venlo), sloepkouse (Venlo) kousen met knoopjes die over de gewone kousen worden gedragen [slopkouse, sjlopehaoze, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
kous: algemeen kous: Dae kous is gans rech, (doa is) in ’t bein (is) neet geminderd (Venlo), Däe kous is gansch rech, d’r zitten gein minderingen in ’t bein (Venlo), dè kous is hielemaal reg, dao zitten gein minderinge in het bein (Venlo), kaus (Venlo), kous (Venlo, ... ), ’t bein van daa kous is te kort (Venlo), ’t bein van dè kous is te kort (Venlo), n kousen]: haos (Venlo), kous (Venlo, ... ) Die kous is helemaal recht, er zitten geen minderingen in het been. [DC 14A (1946)] || Het been van die kous is te kort. [DC 14A (1946)] || Hoe noemt men de kous (de lange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] || kous [SGV (1914)] || kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)] III-1-3