e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
linkerkant van het paard bij de hand: bęi̯ dǝ hānt (Venlo) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
linkervoorkwartier links voor: leŋks vø̄r (Venlo) Het kwartier van de uier links voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116a] I-11
links, linkshandig krangs: krangs (Venlo), Bvb. in de uitdrukking "Hij heeft zijn jas binnenste buiten aan  krangs (Venlo), In de uitdrukkingen "Zijn jas kranks aanhebben", "Het kranks voorhebben"(verkeerd zijn).  kranks (Venlo), links: links (Venlo, ... ) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)] || Zijn u nog oude woorden voor "links"bekend? Zo ja, hoe werd dat woord uitgesproken? [DC 50 (1975)] III-1-2
linksachter linksback (<eng.): linksbek (Venlo) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
linkshandig persoon linkse, een -: linkse (Venlo), linkspoot: linkspoeët (Venlo) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linksvoor linksbuiten: linksboēte (Venlo) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
linnen, linnengoed lijnen: linǝ (Venlo) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lintvoeg lintvoeg: lent˲[voeg] (Venlo) Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.] II-9
lintzaagmachine bandzaag: bant˲zāx (Venlo), lintzaag: lent˲zāx (Venlo) Stationaire machine voor het zagen van diverse materialen. Het zaagblad van de lintzaagmachine bestaat uit een stalen band zonder einde dat aan één kant van zaagtanden is voorzien en wordt aangedreven door een elektromotor. Het te zagen materiaal rust op een zaagtafel en wordt tegen het draaiende blad aangedrukt. Met de lintzaag kunnen ook gebogen zaagsnedes worden gemaakt. [N 50, 69; N 53, 16; monogr.] II-12
lip lip: lep (Venlo), lip (Venlo, ... ) Het gedeelte dat aan een stuk hout overblijft, wanneer dit aan het eind wordt ingekeept. Zie ook afb. 128. [N 54, 42c] || lip [RND], [SGV (1914)] II-12, III-1-1