e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lip van de bankschroef buitenwang: būtǝwaŋ (Venlo) Het verstelbare houten blok van de bankschroef waarmee een werkstuk tegen de rand van het werkbankblad geklemd kan worden. [N 53, 208k] II-12
liplas halfhoutse las: halǝfhǫltsǝ las (Venlo), schuinse las: sxȳnsǝ las (Venlo) Houtverbinding waarmee twee in elkaars verlengde gelegen stukken hout aan elkaar bevestigd kunnen worden. Aan het uiteinde van ieder stuk wordt daartoe een lip gezaagd. De borsten van de liplas kunnen recht of schuin zijn uitgevoerd. De las wordt met deuvels, draadnagels of bouten vastgezet. Zie ook de volgende twee lemmata en afb. 128. [N 54, 42a; N 54, 46] II-12
lis (alg.) gele lis: idem  gele lis (Venlo) gele lis [DC 60a (1985)] III-4-3
lisdodde lampenveger: -  lampeväegers (Venlo), lis: -  lisse (Venlo), riet: -  reet (Venlo) grote lisdodde [DC 60a (1985)] || lisdodde [DC 13 (1945)] III-4-3
lispelen (slissen) lispelen: Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.  lispele (Venlo), lispələ (Venlo), slissen: slisse (Venlo) de s en de z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken [lispelen, tispelen, strisselen] [N 87 (1981)] III-3-1
list foefje: fŏĕfjə (Venlo), list: lis (Venlo), list (Venlo) een slimme vondst die men toepast om zijn doel te bereiken zodat daardoor een persoon misleid wordt [list, fint] [N 85 (1981)] III-1-4
litanie van de rozenkrans litanie (<lat.): littenie (Venlo), litteniej (Venlo) De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)] III-3-3
litteken litteken: litteiken (Venlo, ... ) Als een wond of zweer is genezen, blijft de plaats ervan meestal zichtbaar. Die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [DC 30 (1958)] || litteken [SGV (1914)] III-1-2
liturgisch vaatwerk heilige vaten: heilige vaten (Venlo), kelken: kelken (Venlo) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] III-3-3
liturgische gewaden miskleren: misklieer (Venlo) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3