e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lood, maat van 10 gram lood: loëd (Venlo), lōēət (Venlo) de maat die een gewicht aangeeft van 10 gram [lood] [N 91 (1982)] III-4-4
loodlijn richtlijn: rexlīn (Venlo) Een loodrechte lijn, aangegeven door het schietlood of het waterpas. [N 53, 194b; monogr.] II-12
loodzand loodzand: luǝtzant (Venlo) De loodgrijze zandlaag onder de heizode. [N 27, 17] I-8
loof blader: blajer (Venlo), WLD  (blajer) (Venlo), gebladerte: geblaajerte (Venlo), loof: lauf (Venlo, ... ), louf (Venlo), WLD  louf (Venlo, ... ), lover: louver (Venlo) bladeren [SGV (1914)] || De bladeren van een boom samen (loof, lover). [N 82 (1981)] || gebladerte || loof [SGV (1914)] || loof, lover III-4-3
looi looi: luj (Venlo) Looistof. Fijngemalen eikebast of run waarmee men leer bewerkt. [S; L 1a-m] II-10
looien looien: lujǝ (Venlo) Het bereiden van leer. Dierehuiden die bepaalde voorbereidingen hebben ondergaan worden met bepaalde samentrekkende stoffen zo behandeld dat zij tot leer worden. [S; L 1a-m; monogr.] II-10
loon dagloon: daagloën (Venlo), loon: loën (Venlo), weekloon: weekloën (Venlo) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
loonbakken huisbakken: hūs bakǝ (Venlo) Het bakken van deeg dat door de mensen bij de bakker wordt gebracht. De bakker krijgt hiervoor een vergoeding. Volgens de informant van L 291 brachten de boeren en burgers hun gemengd deeg naar de bakker. Dit was zeer lastig spul, omdat de samenstelling verschilde en de rijsgraad eveneens. Dikwijls sloeg het in de oven neer. [N 29, 98] II-1
loops loops: luips (Venlo), løͅi̯ps (Venlo) loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
loopslot krukslot: krø̜kslǭt (Venlo) Slot dat alleen van een dagschoot is voorzien die met behulp van een kruk wordt teruggeschoven en bij het loslaten van de kruk door een veer weer in de oorspronkelijke stand terugspringt. [N 54, 103f] II-9