e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opschuiven doorschuiven: doorschuuve (Venlo), opschuiven: opschuuve (Venlo), opschuven (Venlo), opschûve (Venlo), ópschūūvə (Venlo) Opschuiven: in een zijwaartse richting schuiven om plaats te maken (opschikken, schavielen, opschuiven). [N 84 (1981)] III-1-2
opspelen opspelen: opspeule (Venlo, ... ), ópspeulə (Venlo) zeer boos uitvallen [sjamfoeteren, opspelen] [N 85 (1981)] III-1-4
opspijlen korf opspijlen: kǫrf opspilǝ (Venlo), roerstekken derin doen: rø̄ǝrstɛkǝ dren dōn (Venlo) De korf van spijlen voorzien. Zie ook het lemma Verstevigingsspijlen. [N 63, 7a] II-6
opstaan allez-op: alē ǫp (Venlo) Voermansroep om het paard op te doen staan. [N 8, 95j] I-10
opsteker opsteker: ǫpstē̜kǝr (Venlo) Degene die de schoven met de gaffel,opsteekt naar de tasser op de wagen. Vergelijk de toelichting bij het lemma ''opsteken'' (5.1.3) en het lemma ''opsteker'' (5.1.6) in aflevering I.3, van hooi op de oogstkar. [N 15, 40; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-4
optilbaar hek hek: hɛk (Venlo), poort: pǭrt (Venlo) Het niet draaiend maar uitneembaar hek aan de ingang van een wei. [N 14, 68b; A 25, 5e; monogr.] I-8
optillen heffen: höffe (Venlo, ... ), opheffen: ophöffe (Venlo), òphèùfə (Venlo), óphuffə (Venlo) (Op)heffen, tillen: in de hoogte heffen (beuren, heffen, tillen, lichten). [N 84 (1981)] || heffen, tillen [SGV (1914)] || optillen [RND] III-1-2
optissen opbruisen: opbrūzǝ (Venlo) Het maken van geluid door de bijen als men de korf of kast opent. [N 63, 72] II-6
optoppen, oplangen optoppen: ǫptǫpǝ (Venlo) De steiger verhogen door de staanders met behulp van palen, de zgn. 'optoppers', te verlengen. De optoppers worden door middel van touwen aan de staanders gebonden en ze rusten op een op de staander gespijkerde, houten klos. [N 32, 5a; monogr.] II-9
optopper optopper: ǫptǫpǝr (Venlo), verlengpaal: vǝrlɛŋpǭl (Venlo  [(meervoud: vǝrleŋpø̜̄l)]  ) Houten paal waarmee de staander wordt verlengd. De optoppers worden met touwen aan de staanders vastgebonden en rusten op houten klossen die op de staanders zijn bevestigd. Zie ook afb. 19. [N 32, 5b] II-9