e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pachten pachten: pachte (Venlo, ... ) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachtersvrouw halferse: hɛlvǝrsǝ (Venlo) [S 27, Wi 2; monogr.] I-6
pad pad: paad, ped (Venlo), ped (Venlo, ... ), salemander: sallemander (Venlo) pad [DC 07 (1939)] || pad (dier) [SGV (1914)] III-4-2
pad aanmaaien (zwad, enz.) aanmaaien: ānmɛi̯ǝ (Venlo) Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b] I-4
pad, paadje pad, paadje: paad (Venlo), paad; pêdjes (Venlo), páát (Venlo), weg, weggetje: wèègskə (Venlo) een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] || pad, paden (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
paddestoel (alg.) paddestoel: padəsto.l (Venlo), peddestool (Venlo, ... ) paddestoel [RND], [SGV (1914)] III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf dikke buik: einen dieken boèk hebbe (Venlo), opgeblazen (dik): opgeblaoze (Venlo, ... ), opgeblazen van lijf: opgeblaoze van lief (Venlo), pafferig (dik): pafferig diek (Venlo), patserig: patserig (Venlo), poesterig: poesterig (Venlo), vadsig: vatzig (Venlo) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
paillette paillette (fr.): paljette (Venlo), pàijéttə (Venlo) een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] III-1-3
pak slaag pak rammel: pak rammel (Venlo), pak slaag: pak slaeg (Venlo), pak zwens: ein pak zwens gaeve (Venlo), priegel: preugel (Venlo), roepel: rŏĕpəl (Venlo), smeer: smaer (Venlo), zwens: zwens (Venlo) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] || pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] III-1-2
pak, kostuum pak: ein nie pak (Venlo), pak (Venlo, ... ), pak van de hark: ein pak van de Hark (Venlo, ... ) 1. kostuum van de naoorlogse hulpactie Rode Kruis || 2. ook gezegd van kleding die niet al te fraai meer is || een herenkostuum [N 59 (1973)] || Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || kostuum || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] || pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)] III-1-3