e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaven met de vandiktebank op breedte schaven: ǫp˱ bręjtǝ sxāvǝ (Venlo) Een stuk hout bewerken met de vandiktebank. Het onder A geplaatste begrip is een benaming voor de bewerking in het algemeen, ongeacht de positie van het te bewerken hout in de machine. Onder B zijn de termen opgenomen die het gelijkschaven van de grootste vlakken van het werkstuk betreffen; het krijgt zo dus zijn gewenste dikte. Onder C zijn de benamingen bijeengeplaatst die betrekking hebben op het schaven van de smalle kanten van het werkstuk, dat op deze wijze zijn juiste breedte krijgt. [N 53, 108a-b] II-12
schaven met de voorloper schaven met de voorloper: sxāvǝ met ˲dǝ vø̄rlø̜jpǝr (Venlo) Hout ruw afschaven met de voorloper. [N 53, 92; monogr.] II-12
schede kut: kut (Venlo, ... ), (volks)  kut (Venlo), poes: pŏĕs (Venlo), pruim: prŏĕm (Venlo), schede: schede (Venlo), schei (Venlo, ... ), schee: schei (Venlo) schede, lederen ~ waarin een mes wordt bewaard [N 20 (zj)] || Schede: het buisvormige deel van de vrouwelijke geslachtsorganen dat toegang verleent tot de baarmoederhals, vagina (slot, foeter, keet, schede). [N 84 (1981)] || scheede [SGV (1914)] III-1-1, III-2-1
schede van de koe schede: sxɛi̯ (Venlo) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11
scheef, niet recht scheef: scheif (Venlo), schijf (Venlo), schuur: schūūrə (Venlo) van de rechte richting afwijkend, niet recht of niet rechthoekig [scheef, noers, noes, slim, scheel, schieps, schuins, schiks, schoeks] [N 91 (1982)] III-4-4
scheel zien lonken: loenke (Venlo), scheel kijken: schael kieke (Venlo, ... ), schèl kîêkə (Venlo), schelen: schèlə (Venlo) Scheel zien: gebrek van de ogen waarbij de oogassen niet op eenzelfde punt gericht kunnen worden (scheel zien, blieken, een bloem op het oog hebben). [N 84 (1981)] III-1-1
scheen scheen: scheen (Venlo) scheen [SGV (1914)] III-1-1
scheepje voor de wierook wierookscheepje: wierikscheepke (Venlo) Het scheepje waarin de wierookkorrels worden bewaard [scheepke, schipke, schuitje, sjuutje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
scheerapparaat scheerapparaat: electries schaer apparaat (Venlo), elektrisch schaerapparaat (Venlo, ... ) Electrisch scheerapparaat [DC 64 (1989)] III-1-3
scheermes scheermes: schaer méts (Venlo), schaermets (Venlo), schéérméts (Venlo) een mes waarmee men de baardharen afscheert [scheermes, schars, schors] [N 86 (1981)] III-1-3