e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speculeren speculeren: spekelere (Venlo), spekelére (Venlo), spikəleerə (Venlo) kopen, verkopen of wachten met kopen of verkopen in de verwachting winst te maken door stijging of daling van prijzen [lippen, speculeren] [N 89 (1982)] III-3-1
speeksel kots: kôts (Venlo), speeksel: spèksəl (Venlo), spij: speej (Venlo, ... ) Speeksel: het mondvocht, afscheiding van bepaalde klieren in de mond (smurrie, tuf, spuw, speek, jodevet, speeksel). [N 84 (1981)] III-1-1
speeksel uitspuwen kotsen: kutsə (Venlo), kótse (Venlo), spijen: speeje (Venlo), speje (Venlo, ... ), spi-jje (Venlo), spijje (Venlo), spɛiə (Venlo), spritzen (du.): spiertse (Venlo) (speeksel uit)spuwen [RND] || spuwen [SGV (1914)] || spuwen: speeksel uitspuwen [spiertse, spaowe, tuffe, spuige, speken] [N 10 (1961)] III-1-1
speeldop speeldop: spø̄ldop (Venlo) De aanzet van een koninginnedop of -cel waar echter geen eitje in komt. Wat de functie van de speeldop is, is niet duidelijk. De speeldop is als het ware de grondvorm van de eigenlijke moercel zonder ooit daartoe te worden uitgebouwd. Ze wordt hier en daar aan de buitenzijde der raten aangezet in de vorm van een eikelnapje. [N 63, 26a; N 63, 25b] II-6
speelkaart kaart: kaart (Venlo), kārt (Venlo), ng kaeh(R)t (Venlo), [Ook spelkaart, vgl. kaarmoor - rk]  kaart (Venlo), speelkaart: speulkaart (Venlo, ... ) Elk van de kaarten van het kaartspel, speelkaart [flep, flik]. [N 88 (1982)] || kaart [GTRP (1980-1995)] || Kaart. III-3-2
speelplaats koer (<fr.): koer (Venlo), speelplaats: speulplaats (Venlo), speulplááts (Venlo) de plaats voor of bij de school waar de leerlingen voor of na de schooltijd en tijdens de pauzes verblijven [cour, speelplaats] [N 90 (1982)] III-3-1
speels dartel: dàrtəl (Venlo), kemmelig: verouderd woord  kemmelig (Venlo), speels: spauls (Venlo), speuls (Venlo, ... ) geneigd tot spelen, tot rondspringen [dartel, speels, ondeugend] [N 85 (1981)] || speels III-1-4
speels, dartel speels: speulsch (Venlo) speelsch (dartel) [SGV (1914)] III-1-4
speen fop: fòp (Venlo), fopje: föpke (Venlo), speen: spiën (Venlo) speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 86 (1981)] III-2-2
speen van de koe deem: diǝm (Venlo), dīǝm (Venlo) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11