| 31820 |
spouwgat |
losgat:
lǫs˲gāt (L271p Venlo)
|
Het gedeelte van de schaafbek waardoor de schaafkrullen naar boven komen. [N 53, 54b+54d]
II-12
|
| 30257 |
spouwlat |
spouwlat:
[spouw]lat (L271p Venlo)
|
Lat die tegen de muurzijde van de stijl wordt geslagen en in de spouw past. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(spouw)-' het lemma 'Spouw'. [N 55, 15; N 32, 11b; monogr.]
II-9
|
| 21770 |
spreekwoord |
spreekwoord:
spreekwoord (L271p Venlo)
|
Noem het (dialect)woord voor: een uitspraak zoals: "oost, west, thuis, best"? [spreekwoord] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
| 24249 |
spreeuw |
spraan:
spraon (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
sproan (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
Hoe heet de spreeuw? [DC 06 (1938)] || spreeuw [SGV (1914)] || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 21352 |
spreken, praten |
praten:
praote (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
praoten (L271p Venlo),
proate (L271p Venlo),
proaten (L271p Venlo),
spreken:
spraeke (L271p Venlo),
sprêke (L271p Venlo)
|
praten [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
| 24994 |
sprenkelen |
sprinkelen:
sprinkele (L271p Venlo),
sprinkələ (L271p Venlo)
|
druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 23602 |
sprenkelen met de wijwaterkwast |
asperges:
aspersjes (L271p Venlo),
zegenend:
zaegenend (L271p Venlo)
|
Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 24382 |
sprinkhaan |
hooipaard:
groene sabelsprinkhaan
huipaerd (L271p Venlo),
sprinkhaan:
sprinkhaan (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
sprinkhaan [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || sprinkhaan, soort
III-4-2
|
| 17591 |
sproeten |
sproetelen:
sproetele (L271p Venlo),
sproeten:
sproe.te (L271p Venlo),
sproete (L271p Venlo),
sproète (L271p Venlo),
sproëte (L271p Venlo)
|
sproet(en) [SGV (1914)] || sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 17915 |
sprokkelen |
sprokkelen:
sprokkele (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
spròkkələ (L271p Venlo),
trossen:
trosse (L271p Venlo),
zomeren:
zeumere (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
#NAME?
zeumere (L271p Venlo)
|
Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|