e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tocht, zuiging van lucht het tocht: ut tôch (Venlo), het trekt: ut trek heej (Venlo), tocht: d⁄n tôch (Venlo), to͂ch (Venlo), tóch (Venlo, ... ), tôch (Venlo), trek: trek (Venlo, ... ), trèk (Venlo), zug (du.): zuch (Venlo, ... ) tocht || tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)] III-4-4
tochtig boch: ook "hoeveelheid jongen, nest  bôch (Venlo), parig: parig (Venlo), rinds: reŋs (Venlo), rits: rets (Venlo, ... ), tochtig: tøxtex (Venlo), tø̜xtex (Venlo), warm: wèrm (Venlo) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] || tochtig, verlangend naar de paring, gezegd van vogels (parig) [N 83 (1981)] I-11, I-12, III-4-1
toegangsprijs entree (<fr.): antree (Venlo), éntree (Venlo), entreeprijs (<fr.): entreepriês (Venlo) de prijs die men moet betalen om ergens binnen te komen [entree, inkom, inkomgeld, inkomprijs] [N 89 (1982)] III-3-1
toegangsweg naar het erf invaart: envārt (Venlo) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
toekruid, algemeen kruid: kruuie (Venlo), WLD  kruje (Venlo), krūūjə (Venlo), toekruid: WLD  tŏĕkrōēt (Venlo) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] I-7
toepen (kaartspel) toepen: toepe (Venlo, ... ), tupə (Venlo) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
toeslag kavelgeld: káádəlgált (Venlo), opcenten: opsentə (Venlo), opgeld: opgeld (Venlo), tafelgeld: taofelgeld (Venlo) het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)] III-3-1
toestemming toestemming: toestumming (Venlo, ... ), tŏĕstumming (Venlo), vergunning: vergunning (Venlo), verlof: verlof (Venlo) goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)] III-1-4
togen togen: tōgǝ (Venlo) Een pen-en-gatverbinding bij elkaar trekken, om die daarna met behulp van houten nagels vast te zetten. Bij het togen worden eerst ten opzichte van elkaar iets verschoven gaten geboord in de pen en de ligger. Vervolgens wordt een ijzeren toognagel in het gat gedreven met als doel het gat groter te maken en de twee te verbinden delen naar elkaar toe te drijven. Tot slot wordt de ijzeren toognagel vervangen door een houten nagel. [N 54, 64a] II-12
toilet boutkeet: zeer gemeenzame taal  boͅu̯tkīt (Venlo), doos: doeës (Venlo), drukdoos: drökdoës (Venlo), emmer: eimer (Venlo), huisje: huuske (Venlo), hyskə (Venlo), kakdoos: kakdoeës (Venlo), kiebelton: giebeltón (Venlo), plee: plē (Venlo, ... ), poepdoos: Verklw. poepduuëske  poepdoeës (Venlo), schijthuis: Verklw. schièthuuske  schièthoès (Venlo) toilet || toilet, w.c. || w.c. || wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1