| 24258 |
tuinfluiter |
tuinfluiter:
tuinfluiter (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
tuinfluiter || tuinfluiter (16 donkerder dan grasmus [045]; niet zo talrijk; in bosstruiken; nest graag in braamstruiken; roep hard [tek]; zang is lang, vrij laag en brobbelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 19738 |
tuingeranium |
geranium:
-
geranium (L271p Venlo)
|
gewone geranium [DC 60a (1985)]
III-2-1
|
| 19749 |
tuinhuisje |
prièel:
priëel (L271p Venlo),
zomerhuisje:
zōmərhyskə (L271p Venlo)
|
priëel [SGV (1914)] || zomerhuisje
III-2-1
|
| 33593 |
tuinkers |
tuinkers:
WLD
tuinkèrs (L271p Venlo)
|
Tuinkers; de plant heeft duidelijk witte of roodachtige bloempjes in een smalle tros en schuinopstaande vruchtjes die ongeveer een halve cm lang zijn, de bladerenzijn zeer fijn verdeeld, de stengel en kalkrijke vruchten zijn blauw berijpt (kers, tuinkers, [N 82 (1981)]
I-7
|
| 33542 |
tuinkervel |
kelver:
kelver (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
kervel:
kérvel (L271p Venlo),
WLD
kervel (L271p Venlo),
kèrvəl (L271p Venlo)
|
kervel || Tuinkervel; een één of tweejarig kruid, 30-60 cm hoog, met witte bloemen; de bladeren worden gebruikt in soep, sausen en salade (kervel, gervel, kelver, scharnpiep). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 33615 |
tuinman, boomkweker |
boomkweker:
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
boͅu̯mkwekər (L271p Venlo),
gardenier:
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
gardeneer (L271p Venlo),
gerdeneer (L271p Venlo)
|
[RND 10]
I-7
|
| 33596 |
tuinmelde |
mel:
WLD
mèl (L271p Venlo)
|
Tuinmelde; (attriplex hortensis) een eenjarig kruid met hartvormige onderste en langwerpige middelste bladeren; vroeger als groente en specerij gebruikt (malum, manne, mel). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 18710 |
tuinwant |
want:
wante (L271p Venlo)
|
wanten, dikke, vaak leren ~, om in doornheggen te werken [tuunen, tuinheisje, döörheusje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 19512 |
tuit |
snuit:
snäöt (L271p Venlo)
|
tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 28423 |
tukkerkast |
tukkerkast:
tøkǝrkast (L271p Venlo
[(vroeger)]
)
|
Soort bijenkast, genoemd naar de eigennaam Tukker. Deze kast is afkomstig uit de Achterhoek en ze was een tijdlang populair in Venlo en omgeving. [N 63, 9]
II-6
|