e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tweede grasoogst nagras: nǭgrās (Venlo) Het gras dat de koeien afgrazen als ze voor de tweede maal in de wei lopen. [N 14, 129b] I-3
tweede klaveroogst tweede snit: twidǝ snet (Venlo) In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c] I-3
tweede pas tweede pas: twiǝdǝ pas (Venlo) [N 59, 76b] II-7
tweeling tweeling: twieëling (Venlo) tweeling III-2-2
tweespeen tweedeemse: twīǝdēmsǝ (Venlo) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twijg, jonge tak tak: tak (Venlo), WLD  tak (Venlo), twijg: WLD  twīēg (Venlo), vitsje: wietske (Venlo), dun rietje  wietske (Venlo) Een twijg, een jonge tak (bent, twijg, wis, sprik, tak, teen). [N 82 (1981)] || twijg || twijgje III-4-3
twijnen tweren: twē̜rǝ (Venlo) Twee of meer enkel gesponnen draden tot één garen ineendraaien. Dit deed men om het uitrafelen te voorkomen en sterk garen te krijgen. [N 34, D add.; N 48, 77b; Gi 1.IV, 39] II-7
ui, ajuin hoofdje look: hötje louk (Venlo, ... ), look: louk (Venlo, ... ), mv idem  laok (Venlo), louk (Venlo), mv idem; verkleinwoord: luikskes  louk (Venlo) [DC 13 (1945)]ui I-7
uienpannenkoek lookkoek: Syst. WBD  loukkook (Venlo) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
uier uier: yu̯ǝr (Venlo), ȳr (Venlo), ȳǝr (Venlo), øi̯ǝr (Venlo), ēǝr (Venlo) [JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] || Uier, alle tepels samen. [N 19, 19b; JG 1a, 1b] I-11, I-12, I-9