e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstuiken verstuiken: verstøk (Venlo), verstøkke (Venlo) verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
versuikeren versokkeren: vǝrsokǝrǝ (Venlo) Hard worden van de honing of het kristalliseren van honing: het overgaan van vloeibare vorm naar vaste. Dan is hij versuikerd. Voor de consumptie is versuikerde of gekristalliseerde honing niet minder geschikt dan de vloeibare. Hieruit blijkt dat de honing niet is verhit. [N 63, 118; Ge 37, 182; monogr.] II-6
vertrouwen er van op aan kunnen: dao kinste van op aan (Venlo), er vanop aankunnen: dao kinste van op aan (Venlo), vertrouwen: vertrouwe (Venlo, ... ), vərtrōēwə (Venlo, ... ) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
vervanger remplaant (fr.): ràmpləsànt (Venlo) iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)] III-3-1
vervelend werk geneuk: gəneuk (Venlo), prutswerkje: ein prutswerkske (Venlo) vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)] III-1-4
verveling vervelendigheid: vervaelentigheid (Venlo), verveling: vervaeling (Venlo), vərvèling (Venlo) de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)] || verveling III-1-4
vervliegen vervliegen: vǝrvlēgǝ (Venlo) In een verkeerde korf of kast vliegen. Door verschillende factoren kunnen zowel de koningin als de werksters als de darren naar de verkeerde korf of kast vliegen. [N 63, 36b] II-6
vervoerbewijs kaartje: kaertje (Venlo), kéértjə (Venlo) het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)] III-3-1
verwaarlozen verbalemonden: cf. Weijnen |Et.Dialect.wb. p. 219 s.v. "verbellemonte, verballemonde"= laten vervallen, ruiïneren  verballemônde (Venlo), vernachlssigen (du.): vernachlessige (Venlo), verwaarlozen: vərwáárlŏĕzə (Venlo) geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)] || verwaarlozen, niet nakomen III-1-4
verwachting loos: loos (Venlo), verwachting: verwachting (Venlo, ... ), vərwáchting (Venlo) het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)] III-1-4