e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een rozenhoedje bidden rozenhoedje bidden: roeezehoedje bidde (Venray) Een Rozenhoedje bidden [de roozekrans bèèje, ziech der roeëzekrans beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een sloot uitdiepen vegen: vē̜gǝ (Venray) Het uitdiepen of het op diepte houden van een sloot met behulp van een schop, hak, riek, krabber en een zeis. [A 10, 21; N 18, add.; monogr.] I-8
een spel kaarten stok: stok (Venray, ... ) 4. Set speelkaarten van 32 ofwel 52 stuks. || Een spel kaarten [stok, spel, speul]. [N 88 (1982)] III-3-2
een splits uitsmeden uitpinnen: ytpenǝ (Venray) De uiteinden van twee aaneen te voegen stukken metaal dun en spits uitsmeden om op deze wijze het aanhechtingsvlak van beide delen te vergroten. Om de in een splits uitgesmede uiteinden met elkaar te verbinden worden ze kort verhit, opgestuikt en vervolgens met hamerslagen aan elkaar gesmeed. Zie ook afb. 41. De uiteinden van wielbanden worden onder meer op deze wijze met elkaar verbonden. Zie ook het lemma "wielband". [N 64, 93b; N 66, 34b; N 33, 380] II-11
een verkoudheid hebben een koude te pakken hebben: ik heb n kelt te pakken (Venray) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
een veulen werpen veulen: vø̄lǝ (Venray) Als de weeën toenemen, gaat de merrie liggen. De geboorte begint, als de vliezen breken en het vruchtwater wegloopt. [JG 1a, 1b; N 8, 52] I-9
een voor afhakken, afscheppen afscheppen: āfsxø̜pǝ (Venray) Voordat men een voor met de spade omwerkt, hakt of schept men, na eerst de mest met een riek in de voor geduwd te hebben, de bovenlaag van de harde voor af om deze aarde op de mest in de open voor te deponeren. De termen veronderstellen doorgaans de voor als object, ook als dat niet werd opgegeven. Toch kunnen ze soms - absoluut gebruikt - op de handeling zonder meer slaan (b.v. "ze zouden om de beurt spitten en (af)hakken c.q. afscheppen"). [N 11A, 149; N Q, 2b; div.; monogr.] I-1
een wind laten een scheet laten: enne scheet laote (Venray), ene laten gaan: enne laote gaon (Venray), ene laten vliegen: enne laote vlīēge (Venray) wind laten [N 10c (1995)] III-1-1
een zandbad nemen bakelen: bākǝlǝ (Venray) Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.] I-12
een ziekte onder de leden hebben een ziekte onder de leden hebben: een ziekte} onder de leeje (Venray), in geen goed vel steken: ien gen goed vel staeke (Venray, ... ) Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, ongans, lelijk, zuchtig). [N 84 (1981)] || ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)] III-1-2