e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eis van de aanklager vraag: vroag (Venray) de eis van de aanklager over de op te leggen straf [ticht] [N 90 (1982)] III-3-1
eitjes eitjes: ęjkǝs (Venray) De eitjes die de koningin legt. Een ei is maximaal twee millimeter. Zowel de bevruchte als de onbevruchte eieren worden door één individu, de koningin of moer, gelegd. De koningin gaat van cel tot cel bij het leggen. Ze stelt een vluchtig onderzoek in met haar sprieten, kromt vervolgens het achterlijf en deponeert op de bodem van elke cel een eitje. [N 63, 21a] II-6
ekster ekster: ekster (Venray, ... ), ekstur (Venray), hannik: hannik (Venray) ekster [SGV (1914)] || Hoe heet de ekster? [DC 06 (1938)] III-4-1
eksteroog eksteroog: eksteroeëg (Venray), eksterooug (Venray), ekstersoog: ekstersōōg (Venray) likdoorn, eksteroog [SGV (1914)] || Likdoorn: pijnlijke hoornachtige verharding van de opperhuid met een naar binnengekeerde punt, meestal aan de tenen (eksterenoog, weer, weeroog, likdoorn). [N 84 (1981)] III-1-2
el, maat van 0,69 m el: el (Venray) de maat die een lengte aangeeft van 68 cm [el, mut] [N 91 (1982)] III-4-4
elders, ergens anders anders: ânders (Venray), vreemd: Vb. - ien de vrimde de kaost verdi‰ne. - òp de vrimde gaon.  vrimde (Venray) elders, ergens anders || op een andere plaats, tijd III-4-4
elektriciteit lektrisch: lektries (Venray), stroom: stroeëm (Venray) electrisch || electrische spanning III-2-1
elleboog bovenbeen: bǫvǝbīǝn (Venray) Been dat de beweging van de bovenarm van de poot bevordert. Zie afbeelding 2.20. [N 8, 32.1 en 38.2] I-9
ellende (lijden) armoede lijden: ermoe-j lieje (Venray), elend: ieëlend (Venray, ... ), onderscheid ellende - elend gemaakt op basis van klemtoon: bij elend op eerste lettergreep, bij ellende op tweede TvdW  d⁄n iēëlend (Venray) een rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand [ellende, miserie] [N 85 (1981)] || ellende || ellende lijdend [katijvig, ellendig] [N 85 (1981)] III-1-4
ellendig ellendig: ellendig (Venray) ellende lijdend [katijvig, ellendig] [N 85 (1981)] III-1-4