id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20861 | erwtensoep | erwtensoep: ertesoep (Venray) | erwtensoep III-2-3 |
24729 | esdoorn | es: Veldeke 1979, nr. 1 es (Venray), WLD es (Venray), esdoorn: Veldeke 1979, nr. 1 esdoorn (Venray), neuzenplakkers: as kiend neuze plekkers (Venray) | De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)] || gewone esdoorn [DC 69 (1994)] III-4-3 |
21854 | etalage | raam: t⁄raam (Venray) | de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)] III-3-1 |
20855 | eten (ww.) | eten: ēͅtə (Venray), éétə (Venray), Dén/die ét nog zònder zörguut de körf: persoon die nog bij zijn/haar ouders woont Letters ge-aete hebbe: geleerd zijn Wie pap wil aete, mòt de lepel nie vergaete: zondere gereedschap kan men niet zȉn aete duut aete: gezamelijk eten bevordert de eetlust Smerges mòtte aete as enne kejzer, smiddágs as enne kunning, saves as enne kruujer aete (Venray) | eten [RND] || eten (w.w.) || eten ww. III-2-3 |
19519 | etensketeltje | henkelmannetje: henkelmenneke (Venray) | twee keteltjes opeen gestapeld, waarin (warm) eten naar het veld gebracht werd III-2-1 |
20719 | etensresten | orten: Hòmmel òp ennen dorren ták, schieëper nimt de orte waar orte (Venray) | rest overgeschoten voedsel III-2-3 |
18047 | etter | etter: etter (Venray), materie: meterrie (Venray) | etter [SGV (1914)] III-1-2 |
28573 | europees vuilbroed | vuilbroed: vø̜jlbrūt (Venray) | Zuurbroed. Ziekte veroorzaakt door bacillen. Deze ziekte tast het open broed aan. De meeste larven sterven er aan nog voordat zij het popstadium bereikt hebben. [N 63, 27] II-6 |
24143 | europese kanarie | girlits (du.): gierlietz (Venray) | kanarie, Europese ~ (11,5 gelig-bruinig; heel kort bekje, gele stuit; nog niet lang hier op trek; nog zeldzaam; meest in Oost-Brabant; laatste tijd als bastaard * gewone kanarie in kooi; zang stelt niet veel voor, rinkelend [N 09 (1961)] III-4-1 |
23610 | evangelie | evangelie: evangillie (Venray) | De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |