e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heeroom heeroom: hieëroeëme (Venray) heeroom III-2-2
heerszuchtig bazekop: baazekop (Venray) een sterke neiging tot heersen of overheersen hebbend [heerzaam, heerzuchtig] [N 85 (1981)] III-1-4
heerzoon heerzoon: hieërzoeën (Venray) heerzoon III-2-2
hees, schor hees: hesch (Venray), schor: schor (Venray) hees [SGV (1914)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heggenmus blauwmannetje: blauwmènneke (Venray), blauwpietje: blauwpietje (Venray), prunella modularis  blaowpietje (Venray), schrijver: prunella modularis; ook wel: bastaard nachtegaal  schriēver (Venray), steenmusje: stenmuske (Venray) heggemus || heggemus (14,5 overal bekend; grauw, zit graag onder en in heggen; nestje heeft mos binnenin; blauwe eitjes; zang helder krinkelend, ook s winters [N 09 (1961)] || Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
heggenschaar heggenschaar: heggeschieër (Venray) hegschaar III-2-1
hei maaien hei houwen: hē̜j hǫwǝ (Venray), hei snijden: hē̜j snē̜jǝ (Venray), voerhei snijden: vurhē̜j snē̜jǝ (Venray) Het heide maaien had in de vroege landbouweconomie van de zanddorpen van de Peel een belangrijke betekenis in verband met bemesting. Heizoden worden soms ook opgestookt. [I, 25] II-4
heibezem heibezem: haejbessem (Venray), meest linkse  heibessem (Venray) bezem (soorten) [DC 15 (1947)] || straatbezem gemaakt van de takken van de heidestruik III-2-1
heilaarde, dichte zwarte grond suikerijgrond: soekerei-groond (Venray) zwarte, ondoordringbare aarde [schurft, heilaarde] [N 81 (1980)] III-4-4
heilig heilig: hèllig (Venray) heilig [SGV (1914)] III-3-3