| 29712 |
klapstoel |
bokje:
bøkskǝ (L210p Venray)
|
Toestel dat door middel van voetkracht de met klei gevulde vormbak omkeert op een steenplankje. [N 98, 85; monogr.]
II-8
|
| 17957 |
klauteren |
klaveren:
kloavere (L210p Venray)
|
klauteren [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 26301 |
klauw |
klauw:
klauw (L210p Venray)
|
Het onderste klauwvormige gedeelte van het staakijzer dat in het middendeel van de rijn grijpt. De klauw is in functie vergelijkbaar met de kop van het staakijzer in watermolens. Zie ook afb. 61. [N O, 14l; N O, 15e; A 42A, 16; Sche 44; N D, 17]
II-3
|
| 33256 |
klaver, algemeen |
klaver:
klēi̯vǝr (L210p Venray),
klee:
kliǝ (L210p Venray)
|
De klaver- en klee-varianten in dit lemma vormen de verzamelnaam voor allerlei klaversoorten uit de familie van de Vlinderbloemigen. Klaver werd tot 1950 geteeld als groenvoer en als stoppelgewas. In de Nijmeegse lijst is niet naar de afzonderlijke soorten of naar de algemene naam gevraagd, alleen naar de benamingen voor verschillende oude klaversoorten. Hier zijn, naast de algemene naam in dit lemma, eerst enkele meestvoorkomende soorten apart behandeld en is tot slot een verzamellemma Andere Oude Klaversoorten toegevoegd. De scheiding in het Nijmeegse materiaal is achteraf aangebracht, op grond van de gewasnaam, de opmerkingen van de zegslieden en andere bronnen. Zie ook WBD.I, afl. 8, blz. 1408. [N 14, 83; JG 1a, 1b, 2b, 2c; A 4, 10; L 1, a-m; L B2, 348; L 20, 10; Wi 50; S 18; monogr.]
I-5
|
| 22747 |
klaveren in het kaartspel |
klaveren:
kleuvere (L210p Venray),
klevvere (L210p Venray),
klèvere boer (L210p Venray)
|
Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - IV. Klaveren. [DC 52 (1977)] || klaveren boer [SGV (1914)] || Klaveren.
III-3-2
|
| 24867 |
klaverzuring |
zuring:
-
zuring (L210p Venray)
|
witte klaverzuring [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
| 18171 |
kledij, kleren |
gerei:
gerei (L210p Venray),
klerage:
klēērazie (L210p Venray),
kleren:
kleir (L210p Venray),
kleire (L210p Venray),
kliejr (L210p Venray),
klier (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray),
klieër (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray),
kliêr (L210p Venray),
klîrən (L210p Venray),
t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]:
kliēr (L210p Venray)
|
... de kleren (het kleed) ... - bedoeld wordt de vrouwenkleding [DC 03 (1934)] || Kinderkleren. [DC 62 (1987)] || Kleding (algemeen). Wat is in uw dialect het algemene woord voor kleding heel in het algemeen? [DC 62 (1987)] || kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)] || Kleren. De kleren hangen in de kast. [DC 62 (1987)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)] || Vrouwenkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
| 24576 |
kleefkruid |
kleefkruid:
-
kleefkruud (L210p Venray)
|
kleefkruid [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
| 18285 |
kleerborstel |
kleerborstel:
kleerborsel (L210p Venray),
klierborsel (L210p Venray)
|
Kleerborstel. Hoe noemt men het hierboven afgebeelde voorwerp, dat wordt gebruikt om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen enz. te verwijderen? [DC 15 (1947)]
III-1-3
|
| 19389 |
kleerhanger |
kleerhanger:
kliërhenger (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
kleerhanger || knaapje
III-2-1
|