e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kom kom: koͅm (Venray), dén/die hit \'t kusse òp \'n kumke gelieërd: gezegde voor een persoon die dikke lippen heeft  kòm (Venray) kom [SGV (1914)] || kom van aardenwerk III-2-1
komen komen: kome (Venray), komə (Venray) komen [RND], [SGV (1914)] III-1-2
komen kijken naar de slacht op de karbonade: op de karmenaaj (Venray) Het gebruik om te komen kijken naar de slacht. [N 88 (1982)] III-3-2
komfoor oliestel: òlliestél (Venray) petroleumcomfoor III-2-1
komijnekaas pitjeskaas: pitjeskieës (Venray) komijnenkaas III-2-3
komisch komisch: koomis (Venray) lachwekkend omdat de tegenstelling tussen het gepretendeerde en het werkelijke doorzien wordt [komisch, vies] [N 85 (1981)] III-1-4
komkommer komkommer: kòmkòmmer (Venray), slangkomkommer: slángkòmkòmmer (Venray) komkommer || komkommer, soort — I-7
kommervol (zijn): kommer vol zorgen: vol zurg (Venray), wat aan de kop hebben: wat án de kop hebbe (Venray) vol leed en zorg [diepzinnig, kommervol] [N 85 (1981)] III-1-4
konijn hangoor: soort met hangende oren  hángoeër (Venray), konijn: keniĕn (Venray), kniēn (Venray) konijn [SGV (1914)] || konijn, soort III-2-1
konijnenhol hol: WLD  hool (Venray), konijnshol: knienshol (Venray), knientshol (Venray), Veldeke 1979 nr. 1 (verschrijving voor: knienshool ?)  ’t knienshool (Venray) Hoe noemt u het in de grond uitgegraven verblijf van een konijn (kneut, pijp, potje) [N 83 (1981)] || konijnenhol [DC 55 (1980)] III-4-2