e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koning koning: kĕŭning (Venray), køͅniŋ (Venray) koning [RND], [SGV (1914)] III-3-1
koning en vrouw van een kleur in een hand stuk: stuk (Venray) Koning en vrouw van één kleur in één hand [stuk]. [N 88 (1982)] III-3-2
koning in het kaartspel koning: kunning (Venray), [Ook heer in het kaartspel, cf. sub klevvere: klevvere kunning].  kunning (Venray) 1. Koning. || En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - II. Koning. [DC 52 (1977)] III-3-2
koningin koningin: kø̄neŋen (Venray), moer: muǝr (Venray), mūr (Venray) Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6
koninginnebroed moerdoppen: (enk)  mūrdop (Venray) De cellen met daarin de larven, waaruit later de koninginnen ontstaan. [N 63, 24c] II-6
koninginnecel, moerdop moerdop: mūrdop (Venray) Cel waarin de koningin of moer uitgebroed wordt. Ze lijkt niet op de werkbijcel of darrecel. Binnenin is deze grote cel rond. In één volk kunnen belangrijke verschillen in afmetingen der verscheidene moedercellen bestaan. Hoe groter ze zijn, des te beter kan de koningin of moer, die erin geboren moet worden, zich ontwikkelen. Elke koninginnecel bevat in zich de mogelijkheid van een zwerm. Het aantal moercellen varieert bij de verschillende bijenvolken. [N 63, 13d; S 3; JG 1b; JG 2b-5, 11; Ge 37, 38; monogr.] II-6
koninginnepap bijenpap: bejǝpap (Venray), koninginnegelei: kønǝgenǝžǝlęj (Venray) Het specifieke voedsel waarmee uitsluitend de koninginnelarven gevoed worden. De jonge werkbijen, de voedsters, scheiden uit de speekselklieren een zeer voedzame, eiwitrijke stof af, de z.g. koninginnepap. De eerste drie levensdagen krijgen alle werkbijlarven deze pap toegediend. Daarna krijgen de werkbijlarven een mengsel van honing, stuifmeel en water toegediend, een minder voedzaam eten dan de koninginnepap. De moerlarven in de grote moerdoppen of -cellen krijgen wel de koninginnepap in hun verder larfstadium toegediend. Hierdoor kunnen ze zich tot koningin of moer ontwikkelen. [N 63, 22d; N 63, 66; Ge 37, 41] II-6
koninginnepop koninginnepop: kønǝgenǝpop (Venray) Het stadium als pop van de moer of koningin. Deze periode duurt bij de moer zeven dagen. Zes dagen voor deze poptoestand brengt ze als larf in de open cel door, heel goed gevoed door de werkbijen. [N 63, 21c] II-6
koninginnerooster moerrooster: mūrrōstǝr (Venray) Een koninginne- of moerrooster is een rooster dat tussen de bovenste en onderste bak ligt en dat moet verhinderen dat de koningin in de honingkamer komt om daar haar eitjes te leggen. Het rooster moet dus honing en broed scheiden. De openingen in het rooster staan niet toe dat de koningin erdoor heen kruipt, maar zijn wel groot genoeg voor de werkbijen, zodat deze de koningin en het broed kunnen verzorgen. De meest gebruikte uitvoering van het rooster bestaat uit een dunnen zinken of stalen plaat waarin langwerpige gaten van vier millimeter geponst zijn. Daarnaast kent men de zogenaamde staafjesroosters waarbij een aantal ronde metalen staafjes hetzij in een houten raamwerk hetzij met behulp van dikkere metaalstaven tot een rooster gemonteerd zijn. Tot deze soort roosters behoren het Herzogrooster en Amerikaanse uitvoeringen. [N 63, 10l; Ge 37, 31; monogr.] II-6
konkelen de zaak bekonkelen: zie ook het lemma "konkelfoezen"in WBD dl. III, 3.1 (woordverklaring wijkt inhoudelijk iets af)  de zaak bekonkele (Venray), konkelen: zie ook het lemma "konkelfoezen"in WBD dl. III, 3.1 (woordverklaring wijkt inhoudelijk iets af)  koonkele (Venray), kontenkruipen: zie ook het lemma "konkelfoezen"in WBD dl. III, 3.1 (woordverklaring wijkt inhoudelijk iets af)  koontekroepe (Venray) heimelijk invloed aanwenden om zijn doel te bereiken, met slinkse streken aangaan [kronkelen, kuipen, konkelen, foeken, konkelfoeken] [N 85 (1981)] III-1-4