| 22877 |
midvoor |
middenvoor:
midde-veur (L210p Venray)
|
Midvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
| 24352 |
mier |
huiszeikdempel:
huus zekdempel (L210p Venray),
zeikdemp:
zeekdemp (L210p Venray),
zeikdempel:
zekdempel (L210p Venray, ...
L210p Venray),
idiosyncr.
zékdempel (L210p Venray)
|
mier [Weijnen BN 06 (1939)] || mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)] || mier. De algemene benaming? [N102 (1998)] || zwarte huismier. Dialectbenamingen voor soorten mieren [N102 (1998)]
III-4-2
|
| 33555 |
mierikswortel |
smeerwortel:
Veldeke 1979, nr. 1
de smarwortel (L210p Venray)
|
De vlezige scherpe wortel van de mierik, mierikswortel (mierikswortel, peperwortel, meerradijs, kiek, tiek). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 24353 |
mijt |
mijt:
spinachtig mete zuigende monddelen
miet (L210p Venray)
|
mijt (insect)
III-4-2
|
| 28569 |
mijtziekte |
krabbelaars:
krabǝlārs (L210p Venray)
|
Acariose. Ziekte in de luchtwegen, veroorzaakt door de Acarismijt. Deze mijt dringt de luchtwegen van de bij binnen en voedt zich met lichaamssappen. De afscheidingsprodukten van de mijten vergiftigen langzaam de getroffen bij. Door snelle vermenigvuldiging van de mijten verstoppen de luchtbuizen, zodat de bij sterft. Bij sterke aantasting kunnen gehele kolonies bijen aan deze ziekte ten onder gaan. Chemische medicamenten kunnen ter bestrijding toegediend worden. Tot voor kort werd deze ziekte bestreden door het doden van bijenvolken en vervoersverboden door de overheid. [N 63, 71b; N 63, 71a; monogr.]
II-6
|
| 21745 |
mikken |
mikken:
mikke (L210p Venray, ...
L210p Venray),
mikə (L210p Venray),
richten:
Hiermee wordt het hoogste punt bereikt. Om dit feit aan te geven wordt er een berketak en/of nederlandse vlag aan vastgemaakt. Zie ook: pannebie:r.
richte (L210p Venray)
|
lonken (mikken) [RND] || Overeind zetten van spanten en het leggen van de nokbalk bij een bouwwerk. || scherp kijken naar en richten op het doel dat men wil raken met een vuurwapen [mikken, mieren, aanleggen] [N 90 (1982)]
III-3-1, III-3-2
|
| 25320 |
millimeter, maat, 1000ste deel van een meter |
streep:
streep (L210p Venray)
|
het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 34112 |
miltkuilen |
miltkuilen:
(enk)
meltkul (L210p Venray)
|
Holten in het lijf van een niet fraai gebouwde koe. [N 3A, 146; monogr.]
I-11
|
| 20285 |
min, voedster |
voedster:
voedster (L210p Venray)
|
voedster; een vrouw die een kind van een andere vrouw zoogt [min, voedster] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
| 19360 |
minachten; minachtend |
scherp:
schaerp (L210p Venray)
|
blijk gevend van minachting, met minachting [afhoudig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|