21880 |
opbrengst |
opbrengst:
opbrengst (L210p Venray)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
28631 |
opdoeken |
opdoeken:
opdukǝ (L210p Venray)
|
Een doek onder de korf steken. De uiteinden van de doek worden met pinnetjes of oognagels vastgezet aan de korfwand. Hierdoor verhindert men het wegvliegen van de bijen tijdens het reizen. [N 63, 104a; JG 2b-5, add.; monogr.]
II-6
|
17897 |
opeenschuiven |
opstroppen:
opstruëpe (L210p Venray),
schuiven:
schuuve (L210p Venray)
|
stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
28482 |
open broed |
open broed:
ōpǝ brūt (L210p Venray)
|
Broed dat nog niet afgesloten of verzegeld is. De toekomstige bij zit dan nog in het stadium van ei en larf. [N 63, 25a; N 63, 20a; N 63, 22c]
II-6
|
21548 |
openbare verkoop |
uitroep:
uutrōēp (L210p Venray)
|
een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21150 |
openbare weg |
grote weg:
de groëte weg (L210p Venray),
grôêete weg (L210p Venray)
|
een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23457 |
opening in een galmgat |
galmgat:
galmgat (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18163 |
opereren |
opereren:
operiēēre (L210p Venray),
snijden:
sneeje (L210p Venray)
|
Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20439 |
opgebaard zijn |
boven aarde staan:
bovven aerd staon (L210p Venray)
|
bovenaarde staan (van dode)
III-2-2
|
20717 |
opgewarmde koffie |
schuddekul:
schuddekul (L210p Venray)
|
opgewarmde of slappe koffie, die de naam koffie niet verdient
III-2-3
|