29931 |
pannenbier |
pannenbier:
panǝbīr (L210p Venray)
|
De drank, vaak bier, die bij het richtfeest wordt geschonken. [N 88, 184; monogr.]
II-9
|
19868 |
pannenborstel |
pannenborstel:
pannenbaors(t)el (L210p Venray)
|
ronde borstel om pannen te schuren
III-2-1
|
20700 |
pannenkoek |
koek:
Wie baas is, bákt ko‰k, már t hoeft genne goeje te zien: Wat iemand van gezag doet, hoeft nog niet goed te zijn Wie goeje ko‰k bekt, dörft n ejke te braeke: wie goed werk wil leveren, moet ook wel eens risico nemen
koēk (L210p Venray),
pannenkoek:
pannekoēk (L210p Venray)
|
pannekoek
III-2-3
|
20699 |
pannenkoekenbeslag |
koekendeeg:
koēkedieëg (L210p Venray)
|
pannekoekbeslag
III-2-3
|
19443 |
pannenlap |
pannenlap:
panneláp (L210p Venray),
ties:
ties (L210p Venray),
tieslap:
tieslap (L210p Venray)
|
pannelap || pannenlap
III-2-1
|
30474 |
pannenstrijker |
pannenstrijker:
panǝstrikǝr (L210p Venray)
|
Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.]
II-9
|
18295 |
pantoffel |
pantoffel:
pantoefels (L210p Venray)
|
Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
20057 |
pantoffeltje |
leeuwenbek:
-
leeuwebek (L210p Venray),
pantoffelplantje:
-
pantoeffelplèntje (L210p Venray),
pantoffeltje:
pantufelke (L210p Venray),
slaapmutsje:
caleo colaria
slaopmutske (L210p Venray)
|
Pantoffeltje (calceolaria officinale). De twee meeldraden zijn beweegbaar, ongeveer als bij salie. Bladeren tegenoverstaand of verspreid, de onderste samengesteld, de bovenste alleen meer of minder ingesneden; de bladrand is dubbel gezaagd. De zwavelgele [DC 60a (1985)]
III-2-1
|
20558 |
pap |
brij:
brĕĕj (L210p Venray, ...
L210p Venray),
pap:
páp (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
brij [SGV (1914)] || brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21954 |
pap (kropmelk) |
pap:
pâp (L210p Venray)
|
Hoe heet verder: de pap of kropmelk waarmee de jongen eerst gevoed worden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|