e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pashamer hanghamer: hanghamer (Venray) De houten of ijzeren hamer waarmee de paswiggen worden vastgezet. In dit lemma is een onderverdeling gemaakt in a) de hamers die specifiek voor het vastzetten van de paswiggen worden gebruikt, en b) hamers die ook bij andere ambachten gangbaar zijn. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛpaswiggenɛ.' [N O, 23m; A 42A, 29; Vds 235] II-3
paspoort pas: pas (Venray, ... ) het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)] III-3-1
passen passen: t⁄ pèst (Venray), precies passen: precies pâsse (Venray) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
pastinaak paterboompje: paturbömke (Venray) pastinaak [ZND 05 (1924)] I-7
pastoor pastoor (<lat.): pəstu.r (Venray) pastoor [RND] III-3-3
pastorie pastorie: pasterie (Venray) pastorie [SGV (1914)] III-3-3
pateen pateen (<fr.): pateen (Venray) De pateen, gouden schaaltje op de kelk [patieën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
pater pater (lat.): poͅ.tər (Venray) pater [RND] III-3-3
patrijs patrijs: petries (Venray), petriēs (Venray) patrijs || patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
paus paus: paus (Venray) paus [SGV (1914)] III-3-3