29717 |
rekkers |
afdragers:
āf˱drā.gǝ(r)s (L210p Venray)
|
Arbeiders die de steenplankjes in de rekken schuiven. [monogr.]
II-8
|
21740 |
rekruut |
rekruut:
rekruut (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23403 |
relikwie |
relikwien:
relekwiee (L210p Venray),
relikwieen (L210p Venray),
rillekwie (L210p Venray),
rillekwiee (L210p Venray)
|
De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23404 |
relikwiekastje |
relikwiekistje:
rillekwiekiestje (L210p Venray),
relikwienkastje:
relekwieekaestje (L210p Venray)
|
Het kastje waarin relikwieën bewaard worden, reliekschrijn. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21358 |
rente |
rente:
rinte (L210p Venray)
|
rente [SGV (1914)]
III-3-1
|
21359 |
rentenier |
rentenier:
rintenier (L210p Venray)
|
rentenier [SGV (1914)]
III-3-1
|
21892 |
rentenieren |
rentenieren:
renteniere (L210p Venray)
|
leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21360 |
rentmeester |
rentmeester:
rintmèèster (L210p Venray)
|
rentmeester [SGV (1914)]
III-3-1
|
25095 |
repareren |
opkalefateren:
opkallefaatere (L210p Venray),
repareren:
rǝpariǝrǝ (L210p Venray)
|
Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c] || repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)]
II-10, III-4-4
|
28533 |
reservevolkje |
hommelnest:
homǝlnēst (L210p Venray)
|
Klein volkje met koningin. Het is opgezet met het doel een eventueel moerloos volk aan een jonge koningin te helpen. Dit verkrijgt men door het (te) vele nazwermen. [N 63, 40b]
II-6
|