e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roesten roesten: roeste (Venray) roesten [SGV (1914)] III-4-4
roestplek vuur: vuūr (Venray) zwarte vlekken die bij vochtig wasgoed door verstikking kunnen optreden III-2-1
roezemoezen smiespelen: Van Dale: smiespelen, (gew.) fluisteren, smoezelen.  smiespele (Venray) druk praten en fluisteren, gezegd van een groep mensen, roezemoezen [tipselen, strisselen, lispelen] [N 87 (1981)] III-3-1
roezemoezen: geroezemoes geroezemoes (zn.): [zn.]  geroeze mōēs (Venray) druk praten en fluisteren, gezegd van een groep mensen, roezemoezen [tipselen, strisselen, lispelen] [N 87 (1981)] III-3-1
rogge rog(ge): rǫx (Venray) Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
roggebrood brood: Aoveral wert broeëd gebákke: overal kan men de kost verdienen Bedörve broeëd ien de tes hebbe: Een wind die onhoorbaar gelaten is en die ontzettend stinkt Daor vret eennen hoond nog gén broeëd van: gezegde , wanneer iets heel erg is Mit koomplemente kunde gén brödje koeëpe: alleen plichtplegingen halen niet veel uit  broeëd (Venray), zoetbrood: zuūtbroeëd (Venray), zwartbrood: zwártbroeëd (Venray) bepaald soort roggebrood met zoetige smaak || roggebrood III-2-3
rok: algemeen rok: rok (Venray) rok [SGV (1914)] III-1-3
roken fimpen: fimpe (Venray), paven: òs grótvader paaft hieël wat áf  pave (Venray), roken: Roeëke as enne ketter: zeer veel roken Li‰ge, dat t rókt bovve de kop: ontzettend liegen Zien pi‰p og goeëd roeëke: nog gezond zijn zwaore tebák roeëke: liegen  roeëke (Venray), smoken: n goej segaar smoeëke is n genot dat de kwállitejt van t laeve verhögt. Segare smoeëke mòt dorrum kunne  smoeëke (Venray) roken || roken van tabak III-2-3
rolbandmeter rolmaat: rǫlmǭt (Venray) Meetlint, bestaande uit een stalen band van twee tot vijf meter lang, die opgerold is gemonteerd in een omhulsel van staal of kunststof. Meestal is het mechanisme voorzien van een veer, die de uitgetrokken band automatisch weer oprolt in het huis. Zie ook afb. 100. [N 53, 186b; monogr.] II-12
rolgordijn roldoek: roldoēk (Venray) rolgordijn III-2-1