e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rotten, van fruit rotten: Veldeke 1979, nr. 1  rotte (Venray) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rouwband rouwband: rowbând (Venray) rouwband; smalle, zwarte band om de linkerarm III-2-2
rouwbrief doodsbrief: doeͅdsbrieoͅf (Venray), dódsbriēf (Venray), rouwbrief: rowbrieoͅf (Venray), rowbriēf (Venray) rouwbrief || rouwbrief, overlijdensbericht, rouwkaart || Rouwbrief. III-2-2, III-3-3
rouwdragen rouwdragen: voor nauwe bloedverwanten in de eerste graad (vader, moeder, man, vrouw, kinderen, broers, zusters) één jaar en zes weken. Voor de minder nauwe (ooms en tantes, grootvader, grootmoeder) zes weken  rowdrage (Venray) rouwdragen, rouwen III-2-2
rouwkleding rouwgerei: rowgrej (Venray), rouwkleed: rowklieëd (Venray) rouwkleding || rouwkleed III-2-2
rouwpoffer/rouwmuts rouwmuts: 1. witte batisten muts, zonder kant, gedragen bij zware rouw (een jaar en 6 weken 2. witte tulen muts zonder kant, gedragen bij rouw in tweede graad of meer  rowmuts (Venray), rouwtoer: cf. VD fr. s.v. "atour"(tooi, opschik "boerendracht; half maanvormig hoofddeksel, samengesteld bij: 1. zware rouw: geheel van zwarte crêpe; 2. bij minder zware rouw: zwarte zijden linten en zwarte bloemen  rowtoēr (Venray) hoofddeksel voor rouw (zie toel.) || rouwmuts (zie toel.) III-2-2
rouwsluier falie: grote, zwarte doek, doe over het hoofd en het lichaam gedragen werd en ongeveer tot de grond reikte  falie (Venray), fállie (Venray), rouwdoek: grote, zwarte doek, doe over het hoofd en het lichaam gedragen werd en ongeveer tot de grond reikte  rowdoēk (Venray) rouwdoek III-2-2
roux aardappelmeel: (begin product). ps. invuller twijfelt over het antwoord (weet niet precies wat de bedoeling is van deze vraag).  erpel mael (Venray) Hoe noemt u het met vet of boter bruin gemaakt meel, dat dient om soep of groenten klaar te maken? [N 104 (2000)] III-2-3
roven roverij: rōvǝrēj (Venray) Het nemen van honing door bijen bij andere volken. Bepaalde bijen zijn roofziek van aard en zij proberen honing te bemachtigen overal waar ze die kunnen aantreffen. De aangevallenen proberen de woning wel te verdedigen maar lang niet altijd lukt dat. Overwinnen de rovers, dan wordt heel de korf of kast leeggedragen. Roven kan leiden tot veldslagen tussen bijenvolken, waarbij niet veel bijen overleven. [N 63, 67a; N 63, 67b; Ge 37, 95] II-6
royaal royaal (<fr.): rejaal (Venray, ... ), rejoal (Venray), royaal (Venray) royaal [DC 02 (1932)] III-3-1