e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sacristie gerfkamer: gaerfkamer (Venray), gêrfkamer (Venray), sacristie: sacristie (Venray, ... ), sakristie (Venray) gerfkamer [SGV (1914)] || Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
salamander salamander: salamander (Venray), sallemander (Venray) salamander [DC 07 (1939)] III-4-2
salpeter salpeter: sal`piǝtǝr (Venray), zout: zalt (Venray) Chemische stof waarmee bijen bedwelmd worden. [N 63, 77d, N 63, 77c; N 63, 77b; JG 1b] II-6
salpeterlap salpeterlap: salpiǝtǝrlap (Venray) Lap gedrenkt in een waterige oplossing van salpeter of nitraatzout. Hiermee bedwelmt men tijdelijk de bijen, zodat men bepaalde handelingen kan verrichten zonder gestoken te worden. Volgens de informant uit L 330 wordt deze lap daar en in de omgeving reeds lang niet meer gebruikt. In plaats van een lap of vod gebruikt men ook een kaart of papier. [N 63, 77b] II-6
salueren groeten: groete (Venray) groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)] III-3-1
samenspannen konkelen: Van Dale: konkelen, 2. kwaadspreken; koffiepraatjes houden.  kōnkelle (Venray), onder een deken liggen: onder eejn dek ligge (Venray) heulen (met iemand) [SGV (1914)] || samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)] III-3-1
sanctus sanctus (lat.): sanctus (Venray) Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)] III-3-3
sandaal paterschoen: paoterschoen (Venray), poaterschoën (Venray) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
sap in planten sap: Veldeke 1979 nr 1  sáp (Venray), WLD  sap (Venray) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht nat: WLD kersenat enz.  nat (Venray), sap: Veldeke 1979 nr 1  sáp (Venray), Veldeke 1979, nr. 1  ’t sáp (Venray), WLD  sap (Venray) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7