e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

Gevonden: 6060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blankvoorn, voorn voorn: Veldeke 1979 nr. 1  d’n voorn (Venray), WLD  voorn (Venray) Hoe noemt u de voorn: een zoetwatervis met achter de borstvin twee buikvinnen die ter hoogte van de rugvin staan; de anaalvin staat ongeveer halfweg de eerste buikvin en de staartvin. De bek is betrekkelijk klein. Het lichaam is zijdelings samengedrukt en [N 83 (1981)] III-4-2
blaren blaren: blø̜̄rǝ (Venray) Het verschijnsel waarbij een verflaag plaatselijk van de ondergrond loslaat en er zwellingen ontstaan. Het blaren kan verschillende oorzaken hebben. De voornaamste zijn: vocht in het geschilderde materiaal en slechte hechting van de verflaag aan het materiaal. [L 32, 78; monogr.] II-9
blauw oog blauwe dop: nen blauwen dop (Venray) Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)] III-1-2
blauwe bosbes bosbes: bosbes (Venray), moelbeer: moelbaer (Venray), -  moelbère (Venray, ... ), walbeer: walbēr (Venray), -  walbè:r (Venray, ... ), walber: -  walbèr (Venray, ... ), waldbeer: waldbääre (Venray) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] || bosbes, blauwe — || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe en bruine schimmel blauwschimmel: blauwschimmel (Venray) De blauwe schimmel is overwegend blauw of grijsblauw, met zwarte manen. Bij de bruine schimmels zijn allerlei schakeringen mogelijk: lichtbruin, donkerbruin, goudbruin, kastanjebruin, roodbruin, zwartbruin of geappeld bruin. Sommige gelijken in kleur sterk op de vossen, maar onderscheiden zich van deze door hun zwarte manen, staart en poten. In principe worden alle paarden die bruine of rode dekharen, zwarte manen en staart hebben, beschreven als bruin. [N 8, 63b] I-9
blauwe reiger, reiger blauwe reiger: blauwe reiger (Venray), reiger: rèèger (Venray) reiger [SGV (1914)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg aasvlieg: aosvliēg (Venray), bromvlieg: Veldeke 1979 nr. 1  de bròmvlieg (Venray), WLD  bróm vlīēg (Venray), madenschijter: maajeschieter (Venray), Veldeke 1979 nr. 1  de maaie-schietter (Venray) Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)] || vleesvlieg || vleesvlieg, dikke bromvlieg III-4-2
blazen blazen: Veldeke 1979 nr. 1  blaoze (Venray) Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)] III-2-1
bleek bleek: bleeik (Venray) bleek [SGV (1914)] III-1-2
bleek, flets zien pips kijken: pips kīēke (Venray) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2