22522 |
stropop |
stropop:
ströjpòp (L210p Venray)
|
Stropop.
III-3-2
|
22537 |
stropop plaatsen bij 50e verjaardag |
abraham en sara:
bij 50e verjaardag
abraham / sarah (L210p Venray)
|
Het plaatsen van een stropop bij andere gelegenheden of op een andere tijd [naam, tijdstip + uitleg]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
30476 |
stropoppen |
poppen:
popǝ (L210p Venray),
strooipoppen:
strǫjpopǝ (L210p Venray)
|
Zie kaart. Dubbelgevouwen en samengebonden bosjes stro die ter afdichting tussen de dakpannen worden gestoken. Zie ook het lemma 'Strowalm' in wld I.4, pag. 122 e.v. In L 270 werd het stro voor de poppen op ± 60 cm lengte gesneden, dubbel gevouwen en aan de omgevouwen kant met een touwtje vastgebonden, aldus enigermate op een popje gelijkend. De stropoppen werden vroeger bij het dakdekken onder de elkaar overlappende zijkanten van de handpannen gestoken om een goed gesloten dak te verkrijgen ('Tegels Dialek', pag. 121). In L 210 werden de poppen iets breder dan de pan uitgespreid. Aan de onderkant stak ongeveer 1,5 cm van het stro onder de pan uit. [N 32, 44d; N F, 5; JG 2c; JG 2d; monogr.]
II-9
|
33128 |
strowis |
strooiwis:
strǫi̯weš (L210p Venray)
|
Klein busseltje lang stro, met name gebruikt om er een stroband van te maken. [S 36; monogr.]
I-4
|
19394 |
strozak |
kafzak:
kaafzák (L210p Venray)
|
\"matras\", gevuld met kort stro
III-2-1
|
24481 |
struik (alg.) |
struik:
Veldeke 1979, nr. 1
d’n stroek (L210p Venray),
WLD
stroek (L210p Venray)
|
De plant met een stengel die zich reeds vanaf de grond in min of meer stevige, veelal houtige takkn verdeelt (struik, buis, hucht, bos, horst, pol). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17851 |
struikelen |
struikelen:
struukele (L210p Venray),
strøkele (L210p Venray),
stuiken:
stoeke (L210p Venray)
|
struikelen [SGV (1914)] || Struikelen: vallen of bijna vallen door met de voet tegen iets aan te stoten of door een misstap (struikelen, strommelen, stronkelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24764 |
struikhei |
struikhei:
-
stroekhei (L210p Venray)
|
struikheide [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
21729 |
struikrover |
struikrover:
stroekrover (L210p Venray)
|
een rover die zich in en achter struiken verbergt om vandaaruit de voorbijgangers te overvallen [binder, baanstroper, struikrover] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18072 |
struma |
krop:
krop (L210p Venray),
struma:
struuma (L210p Venray)
|
Struma: gezwel aan de hals, als gevolg van vergroting van de schildklier (krop, struma, kropziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|