20428 |
trouwboekje |
boterbriefje:
bòtterbriefke (L210p Venray),
trouwboekje:
trowbuukske (L210p Venray)
|
boterbriefje, trouwboekje (spot.) || trouwboekje
III-2-2
|
20384 |
trouwen |
trouwen:
trouwe (L210p Venray),
trowwe (L210p Venray, ...
L210p Venray),
vur de wet trouwe (L210p Venray)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] || door het huwelijk verenigd worden; trouwen [sjanken, sanksen, berinnen, trouwen] [N 87 (1981)] || trouwen, huwen
III-2-2
|
20373 |
trouwkostuum bruidegom |
trouwpak:
trowpeak (L210p Venray)
|
trouwpak, -kostuum
III-2-2
|
18690 |
trouwpak |
trouwpak:
trouwpak (L210p Venray)
|
trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20176 |
trouwring |
trouwring:
trowring (L210p Venray)
|
trouwring
III-2-2
|
18169 |
trui |
trui:
truij (L210p Venray),
tröj (L210p Venray)
|
damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18083 |
tuberculose |
tering:
terring (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
Tuberculose: infectieziekte veroorzaakt door de tuberkelbacil die vrijwel alle organen kan aantasten, meestal echter de longen (tering, teer, loosziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34296 |
tuierhamer |
tuierhamer:
tūrhāmǝr (L210p Venray)
|
De zware, houten hamer waarmee men de tuierpaal in de grond drijft. [N 14, 73b en 74; N 3A, 14h; A 17, 20; monogr.; add. uit N 14, 71; S 15]
I-11
|
34293 |
tuierpaal |
tuierpaal:
tȳrpǭl (L210p Venray)
|
De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71]
I-11
|
34291 |
tuierplaats |
tuier:
tȳr (L210p Venray)
|
Cirkelvormig stuk weiland dat een getuierde koe of geit kan afgrazen. [N 14, 72; monogr.]
I-11
|