18547 |
veel te wijde broek |
flodderboks:
flodderboks (L210p Venray)
|
broek, veel te wijde ~ [flodderboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20497 |
veelvraat |
schrok:
sxrok (L210p Venray),
schrokker:
schròkker (L210p Venray),
sxrokər (L210p Venray),
schrokkerd:
sxrokərt (L210p Venray),
slokker:
sloeker (L210p Venray),
vreetbeer:
vraetbaer (L210p Venray, ...
L210p Venray),
vrēͅtbēr (L210p Venray),
vreetwolf:
vrēͅtwoͅlf (L210p Venray),
vreter:
vrēͅtər (L210p Venray),
vrèèter (L210p Venray),
vreterd:
vrēͅtərt (L210p Venray)
|
mannelijke veelvraat || schrokkop || slokop || veelvraat || veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)] || vreetzak || vrouwelijke veelvraat
III-2-3
|
24613 |
veenbes |
vembeer:
soort bosbes, vaccinium oxycoccus
vembeer (L210p Venray)
|
veenbes
III-4-3
|
26703 |
veengrond, stuk niet ontgonnen hei of woeste grond |
moer:
mur (L210p Venray),
ven:
ven (L210p Venray)
|
Een stuk grond waarop het mogelijk is een bepaald soort turf te steken. [I, 3; N 27, 4a; N 27,18a; S 39]
II-4
|
24944 |
veenlaag |
bagger:
d⁄n bágger (L210p Venray)
|
laag veen, tussen moer en zand [derring, moes] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
26912 |
veenplas |
watervliezen:
wātǝrvlisǝ (L210p Venray)
|
Vergelijk het lemma ''plas of meertje midden in de hei''. [II, 11]
II-4
|
24262 |
veer |
veer:
vaer (L210p Venray, ...
L210p Venray),
vèr (L210p Venray)
|
veer || veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21182 |
veerpont |
pont:
poont (L210p Venray),
pônt (L210p Venray),
veer:
vêr (L210p Venray),
’t vaer (L210p Venray)
|
het vaartuig dat dient om voertuigen, personen enz. over een rivier te voeren [pont, veer, pomp, overzet, overzetter, overlaat, vlot] [N 90 (1982)] || veer (overvaart) [SGV (1914)]
III-3-1
|
23659 |
veertigurengebed |
veertigurengebed:
fertig uren gebed (L210p Venray)
|
Het veertigurengebed: de drie dagen = veertig uur durende aanbidding van het uitgestelde Allerheiligste, gehouden b.v. tijdens de carnavalsdagen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34282 |
veevoer verzamelen |
plukken:
pløkǝ (L210p Venray)
|
Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.]
I-11
|