19431 |
vegen, keren |
aanvegen:
ánvaege (L210p Venray),
keren:
Gódde gij d\'n dael már kaere Iederieën kaert vur zien aege deur: het hemd is nader dan de rok
kaere (L210p Venray),
schoonkeren:
schónkaere (L210p Venray),
schoonvegen:
schónvaege (L210p Venray),
uitvegen:
uutvaege (L210p Venray),
vegen:
vêge (L210p Venray),
Vurdat gij wat gòt do‰n, mòtte uurst de stoep vaege
vaege (L210p Venray)
|
aanvegen met handveger, bezem, stoffer || door vegen schoonmaken/ ontdoen van ongerechtigheden || schoonvegen met een bezem || schoonvegen met stoffer, bezem, doek || stof en vuil verwijderen met een bezem/veger || vegen [SGV (1914)]
III-2-1
|
19959 |
veger |
veger:
vęgǝr (L210p Venray)
|
Kunstzwerm bij het kastimkeren, samengesteld uit koningin en jonge bijen. In plaats van de koningin te zoeken veegt men bij deze methode al de bijen van de ramen in een lege kast, waarin dan de nodige ramen gehangen worden. De vliegbijen zullen de veger verlaten en terugkeren naar de oude staanplaats. Zo blijven alleen de koningin en de zeer jonge bijen in de nieuwe kast. De oude kast zal, wanneer zij de moerloosheid vaststelt, koninginnendoppen aanzetten om het oude peil opnieuw te bereiken (Eeckhout, pag. 148). [N 63, 92b; N 63, 37e]
II-6
|
24919 |
veld, open land |
open veld:
t⁄ oope veld (L210p Venray),
veld:
⁄t veld (L210p Venray)
|
veld, open land buiten de steden en dorpen, voor akkerbouw [pals] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33281 |
veldbonen |
bokkeboontjes:
bokkeboontjes (L210p Venray)
|
Phaseolus L. Gevraagd is naar bonen die op de akker worden geteeld, maar in de antwoorden zijn ook bonensoorten te vinden die zeker in de moestuin thuishoren zoals tuinbonen (Vicia faba L.). Zodoende bestaat dit lemma eerder uit een opsomming van de namen van bonensoorten die men zoal kent, dan uit een strikt onomasiologisch artikel. Opmerkingen van zegslieden: bij duivebonen: "klein soort tuinbonen"; bij soepbonen: "voor de winterdag"; bij kniebonen: "soort paardeboon"; bij aardmannetjes: "soort struikbonen"; bij zoete bonen: "voor het vee"; bij bittere bonen: "voor de mest"; bij wollen wantjes: "ze worden tesamen met peultjes gegeten". Voor de fonetische documentatie van het woorddeel (-bonen) zie het tweede deel van het lemma Boon, Algemeen. [N P, 23a en 23b; monogr.]
I-5
|
22306 |
veldduif |
veldkretser:
veldkretser (L210p Venray)
|
Duif die op een akker zijn voedsel zoekt.
III-3-2
|
21742 |
veldfles |
veldfles:
veldfles (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
een fles die men op mars meeneemt om er onderweg uit te kunnen drinken [veldfles, bobbelke] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23494 |
veldkruis |
veldkruis:
veldkruus (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray)
|
Een kruisbeeld in het veld, langs de openbare weg opgericht [veldkruis, devotiekruis?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24264 |
veldleeuwerik, leeuwerik |
leeuwerik:
lewwerek (L210p Venray),
lewwerik (L210p Venray, ...
L210p Venray),
lèwerik (L210p Venray),
liewerk:
lewərək (L210p Venray),
veldleeuwerik:
véldlèwwerik (L210p Venray)
|
Hoe heet de veldleeuwerik? [DC 06 (1938)] || leeuwerik [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || leeuwerik: veldleeuwerik (17,5 zeer bekend; overal op het open veld, talrijk op trek; prachtige, luide, langdurige zang hoog in de lucht [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33505 |
veldsla |
veldsalade:
veldslaaj (L210p Venray)
|
bladsla
I-7
|
31250 |
veldsmidse |
veldsmis(se):
vɛltsmes (L210p Venray)
|
Een verplaatsbare kleine smidsvuurhaard zonder schoorsteen. De veldsmidse bestaat uit een ijzeren vuurhaard in een metalen gestel waaronder een blaasbalg of ventilator is aangebracht die met de hand of met de voet in beweging kan worden gezet. Zie ook afb. 12. [N 33, 308; N 64, 24; N 66, 10a]
II-11
|