e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

Gevonden: 6060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kerkgang maken de kerkgang doen: de kerkgang doen (Venray) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen lichten: klok lichte (Venray) de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)] III-3-2
de koningin knippen vleugels toppen: vlø̄gǝls tø̜pǝ (Venray) De vleugels van de koningin of moer knippen. Men probeert hiermee het zwermen te verhinderen. [N 63, 96c; monogr.] II-6
de koningin merken merken: mɛrkǝ (Venray) Het duidelijk herkenbaar maken van de koningin door verf, lak, gekleurde plaatjes. Volgens informanten gebruikt men ook Tippex, gekleurd zilverpapier en nagellak. Een goedkoop en uitstekend middel tot herkenning zijn de staniolplaatjes. Men heeft ze in de kleuren rood, groen, zilver en goud. Elk jaar wordt een andere kleur gebruikt. Er zijn kleine nummertjes op gedrukt van 1 tot en met 100. Met kleefstof wordt één zo''n plaatje op het borststuk van de moer bevestigd. Het nummer geeft het individu aan en de kleur de ouderdom (De Roever, pag. 544). [N 63, 102a; N 63, 102b; Ge 37, 166; monogr.] II-6
de kruisweg bidden de kruisweg bidden: de kruusweg bidde (Venray) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de mei vieren richten: richte (Venray, ... ) De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)] || De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)] III-3-2
de merrie dekken dekken: dękǝ (Venray) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de merrie is niet drachtig gust: gøst (Venray) [N 8, 48 en 49] I-9
de middag luiden middag luiden: et luujt middag (Venray), middag luuje (Venray), middagluuje (Venray), t luudj middag (Venray) Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3
de mis dienen de mis dienen: de mis diene (Venray) De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)] III-3-3