23519 |
de mis doen |
de mis doen:
de mis doen (L210p Venray)
|
De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23686 |
de missie preken |
missie (<fr.) preken:
missiepreek (L210p Venray)
|
De missie preken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28612 |
de moederkorf afkloppen |
kloppen rondom:
klopǝ rōndøm (L210p Venray)
|
Bij het jagen de onderste korf of moederkorf met beide handen gedurende ongeveer een kwartier van onderen naar boven bekloppen. Zie ook het lemma Jagen. [N 63, 88a; monogr.]
II-6
|
23261 |
de morgen luiden |
morgen luiden:
merge luuje (L210p Venray)
|
Het angelus luiden in de ochtend [de morgenklok?] [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
29768 |
de oven leeghalen |
uitkruien:
ytkryjǝ (L210p Venray)
|
De stenen na het bakproces uit de oven halen. De in dit lemma opgenomen termen zijn zowel voor de veldoven als voor de ringoven van toepassing. [N 98, 125; N 98, 154; monogr.]
II-8
|
23694 |
de portiuncula-aflaat verdienen |
aflaten halen:
aflaoten halen (L210p Venray)
|
De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28603 |
de raat uitbreken |
uitbreken:
ytbrę̄kǝ (L210p Venray)
|
Uitbreken van de raat bij het oogsten van de honing. Het volk is dan verwijderd. [N 63, 81a]
II-6
|
22126 |
de ring in een kapsule stoppen |
in de bus doen:
in de bus dôên (L210p Venray)
|
de ring in een ijzeren kapsule stoppen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
23723 |
de rozenkrans bidden bij een overledene |
rozenkrans:
roeezekrans (L210p Venray)
|
De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33926 |
de staart couperen |
zwensen:
swɛnsǝ (L210p Venray)
|
Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d]
I-9
|