e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

Gevonden: 6060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de was bleken bleken: blēͅi̯kə (Venray), blēͅkə (Venray), bleͅi̯kə (Venray) het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)] III-2-1
de was doen schoebelen: schroebele (Venray), wassen: wâsse (Venray) met het wasgoed over het wasbord gaan || wassen III-2-1
de was invochten invochten: ienvòchte (Venray), gebeurde vroeger met een rieske van berkentwijgjes  invochten (Venray), sprenkelen: e wes spraenkele òp de blaek  spraenkele (Venray) druppelsgewijs bevochtigen bij het strijken van wasgoed || het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)] || het vochtig maken van wasgoed alvorens dit te gaan strijken III-2-1
de was spoelen spoelen: spoele (Venray) spoelen [SGV (1914)] III-2-1
de was stijfselen stijven: stieven (Venray), stiēve (Venray, ... ) met stijfsel behandelen || Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)] III-2-1
de wintervoor ploegen wintervoren: wentǝrvōrǝ (Venray) Als een akker niet gezaaivoord hoefde te worden voor wintergraan, werd hij in het najaar in brede, ondiepe voren omgeploegd of op walletjes gelegd. De grond kon dan in de wintertijd goed "uitvriezen" en het regen- en sneeuwwater beter opnemen. Bij het ploegen van de wintervoor werd ook wel mest oppervlakkig in de grond gewerkt. Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma wintervoor. [N 11, 59a; N 11A, 110b + 113a + 137n; A 27, 24b; A33, 17; div.] I-1
de zaagtanden stellen tanden: tãndǝ (Venray) Een zaag gereedmaken om te kunnen zagen. Het stellen van de zaag gebeurt in drie fases. Allereerst worden de afgesleten zaagtanden met behulp van een stijkvijl weer even lang gemaakt. Vervolgens worden de zaagtanden door middel van een zaagzetter of zaagzettang afwisselend naar de ene en naar de andere kant weggebogen. Tot slot worden de zaagtanden nog bijgevijld met een zaagvijl. De in dit lemma opgenomen woorden benoemen de bewerking van het stellen als geheel. [N 53, 24c; monogr.] II-12
de zeug naar de beer brengen aanberen: anbiǝrǝ (Venray) De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.] I-12
de zondag inluiden de zondag inluiden: de zondag inluuje (Venray), de zondag inluujen (Venray), zondag luiden: zondag luuje (Venray), zondagluuje (Venray) Het luiden van de klokken op zaterdagavond na het angelus [zondag luiden, de zondag inluiden?]. [N 96A (1989)] III-3-3
decimeter, maat van 10 cm decimeter: desiemêter (Venray) de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)] III-4-4