19468 |
poetsmiddel |
poetspommade:
poetsplemaat (L244a Veulen)
|
koperpoets
III-2-1
|
19418 |
poken |
poken:
poeëke (L244a Veulen),
porken:
Mit \'t raokeli‰zer ien de káchel poerke
poerke (L244a Veulen),
rakelen:
raokele (L244a Veulen, ...
L244a Veulen)
|
poken || rakelen
III-2-1
|
31634 |
pomphuis |
pompenbuis:
pōmpǝbȳs (L244a Veulen)
|
Het cilindervormige pomplichaam waarin de pompzuiger verticaal op en neer beweegt. Het pomphuis wordt aan de bovenzijde afgesloten met een deksel. De taps toelopende onderzijde ervan bevat het pompslot dat verhindert dat opgepompt water terug kan stromen naar de ondergrond. Zie ook afb. 236a. Volgens de invuller uit L 423 werd het pomphuis uit rood koper vervaardigd. Zie voor het woordtype pompenstevel (Q 95) ook het Maastrichts woordenboek, s.v. ɛpómpestievelɛ: "bovenste deel van een pomp, waaraan de benedenbuis is bevestigd."' [N 64, 133e; N 66, 49e; monogr.]
II-11
|
31639 |
pompzwengel |
pompenzwengel:
pōmpǝzweŋǝl (L244a Veulen)
|
Een met de hand te bedienen hefboom die door middel van de zuigerstang de pompzuiger op en neer doet bewegen. Zie ook afb. 240. Met het woord ɛijzerwerkɛ (izarwerak) werd in L 423 het geheel van alle metalen onderdelen aangeduid die nodig waren om de zuiger in beweging te brengen. Het ijzerwerk bestond behalve uit de pompzwengel ook uit de ɛstoelɛ (sto:l), de ondersteuning van het scharnierpunt van de pompzwengel, en de passant (pasant), een uit twee metalen plaatjes vervaardigd overgangsstuk dat de scharnierende verbinding vormde tussen de pompzwengel en de zuigerstang. Het hele ijzerwerk was gemonteerd op een houtenplank, de pompenplank (pompzplayk).' [N 64, 133n; N 66, 49n; monogr.]
II-11
|
19474 |
pook |
kachelhaakje:
káchelhökske (L244a Veulen),
pook:
poeëk (L244a Veulen),
rakelijzer:
raokeliēzer (L244a Veulen)
|
kachelpook || kachelpookje || pook
III-2-1
|
19838 |
portaal |
portaal:
portaol (L244a Veulen)
|
portaal
III-2-1
|
19494 |
potkachel |
duiveltje:
kacheltje
dūvelke (L244a Veulen)
|
soort van allesbrander
III-2-1
|
17742 |
proeven |
proeven:
PrËvend brändt de kok zien tòng: door te proberen leert men
prūve (L244a Veulen)
|
proeven
III-2-3
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
pròfetieëre (L244a Veulen)
|
profiteren
III-1-4
|
20506 |
proosten |
aanstoot geven:
ánstoeëtgaeve (L244a Veulen, ...
L244a Veulen),
klinken:
klēŋkə (L244a Veulen),
proosten:
pruəstə (L244a Veulen),
toosten:
tuəstə (L244a Veulen)
|
klinken || klinken, proosten || proosten || proosten, toosten
III-2-3
|