e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vliermaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
persen duwen: duwen (Vliermaal) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11
perzik perzik: perzik (Vliermaal), peͅrzik (Vliermaal) [ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)] I-7
perzikkruid wildeweie: wilǝwai̯ (Vliermaal) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pet met brede klep loerklak: lūrklak (Vliermaal), stropersklak: strøpərsklak (Vliermaal) pet met brede klep [loerklak] [N 25 (1964)] III-1-3
pet met opstaand bovenstuk kepie: kepi (Vliermaal) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3
pet: algemeen klak: klak (Vliermaal) pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] III-1-3
petekind petekind: pētəként (Vliermaal) petekind [ZND 11 (1925)] III-2-2
peterselie perselein: perselein (Vliermaal), peterselie: pētərsēli (Vliermaal), peͅi̯tərsē.li (Vliermaal) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
peul schaal: schalen  šolə (Vliermaal) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] III-2-3
peul, dop (znw) schaal: šolə (Vliermaal), šōͅəl (Vliermaal) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7