e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vliermaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verschalen verschalen: veršoͅi̯lə (Vliermaal) verschalen [ZND 06 (1924)] III-2-3
versierde schouderdoek witte voile (fr.): witə vuəl (Vliermaal, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
versleten versleten: verslete (Vliermaal) Versleten. Door lang gebruik stuk gegaan, niet meer bruikbaar, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 114 (2002)] III-1-3
verstoppertje spelen piepbergen spelen: piepberge spele (Vliermaal), verstoppertje spelen: /  verstopperke (Vliermaal) Schuilevinkje spelen (verbergspel). [ZND 06 (1924)] || verstoppertje [SND (2006)] III-3-2
verstopte speen verstopte deem: vǝrstǫptǝ døm (Vliermaal) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
verteerde mest kort mest: kǫt [mest] (Vliermaal) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
verwend kindje bedorven kind: bədérvə keint (Vliermaal) bedorven kindje; het is een - - [ZND 05 (1924)] III-2-2
vest kamizool (<fr.): kaməzōͅl (Vliermaal) herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] III-1-3
vestzakje kamizoolstasje (<fr.): kaməzōͅlsteͅskə (Vliermaal) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
veter staartel: statǝl (Vliermaal) Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi] II-10