e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vliermaal

Overzicht

Gevonden: 2122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brood brood: braud (Vliermaal), broud (Vliermaal) (brood) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] III-2-3
brouwer brouwer: brūr (Vliermaal) De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.] II-2
brouwerij brouwerij: brūǝręj (Vliermaal) De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.] II-2
brullen brullen: brylǝ (Vliermaal), brølǝ (Vliermaal) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brulse koe brul: brøl (Vliermaal) Koe die niet meer drachtig is en veel brult. [JG 1a, 1b] I-11
brulziekte brul zijn: (de koe is) bryl (Vliermaal) Een afwijking aan de eierstokken van koeien. De dieren vertonen voortdurend verschijnselen van tochtigheid, tegelijkertijd zijn ze onvruchtbaar. De koeien maken een eigenaardig brullend geluid, ze hebben slappe banden en ze groeien slecht. Zie ook het lemma ''brulziekte'' in wbd I.3, blz. 464-465. [N 3A, 101; A 48A, 45a; JG 1a, 1b; L 19B, 4a; monogr.; add. uit N C] I-11
bui, regenbui regenschuil: riēͅgənšoe (Vliermaal) regenbui [ZND 06 (1924)] III-4-4
buik pens: pɛ̄.ns (Vliermaal) Zie afbeelding 2.33. [JG 1a, 1b; N 8, 14 en 41] I-9
buik (spotnamen) pens: pens (Vliermaal) Spotbenamingen voor de buik [N 109 (2001)] III-1-1
buitendeurtje van het varkenshok varkensstaldeur: vɛrǝkǝsstaldø̄r (Vliermaal) Het deurtje waardoor het varken de stal in en uit kan lopen. [N 5A, 60f] I-6