e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vliermaal

Overzicht

Gevonden: 2122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderen donderen: donderen (Vliermaal, ... ), donderen  dŏndərə (Vliermaal) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderwolk dondertorens: dondertorens  dŏndərti̞uns (Vliermaal) zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: donder (Vliermaal, ... ), donder  dŏndər (Vliermaal) donder [N 22 (1963)], [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker worden, duisteren de avond valt: de avond valt  dən uəvənt fi̞lt (Vliermaal) schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx donker: donkel (Vliermaal, ... ) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
dood (adj. schertsend bedoeld de hoek om: znd 23, 022b;  den hoek ,um (Vliermaal), hij is morsdood: znd 23, 022b;  hej ees mous daud (Vliermaal), kapot: znd 23, 022b;  kapot (Vliermaal), naar het pierenland: znd 23, 022b;  no’t pierelaand (Vliermaal), vertrokken: znd 23, 022b;  es vertrokken (Vliermaal) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doud (Vliermaal), dout (Vliermaal) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  doud (Vliermaal) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodskist zerk: zɛrk (Vliermaal) Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [Lk 01 (1953)] III-3-3
doodskleed nachtkleed: nāxklet (Vliermaal), zwart kleed: zwat kleed (Vliermaal), zwart kostuum: Voor vrouwen.  zwat kəstym (Vliermaal) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (vroeger inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || kleding waarmee overledene wordt bekleed [N 23 (1964)] III-2-2