e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vliermaal

Overzicht

Gevonden: 2122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geruite jurk gecarreaud (<fr.) kleed: gékaroot kleed (Vliermaal) jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)] III-1-3
geslachtsrijpe koe vaars: vi̯ās (Vliermaal) Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23] I-11
gesloten boerderijtype winning: [winning] (Vliermaal) De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4] I-6
gesneden mannelijk varken berg: bɛ.rǝx (Vliermaal) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesneden vrouwelijk varken kwee: kwęi̯ (Vliermaal) Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.] I-12
gesp gesp: gēsp (Vliermaal), geͅips (Vliermaal) gesp [ZND 01u (1924)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen deeldam: dęʔldām (Vliermaal), tas(t)dam: tasdām (Vliermaal) De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b] I-6
gesteven hemd gesteven hemd: ē gestēvə himmə (Vliermaal) een gesteven hemd [ZND 07 (1924)] III-1-3
gesteven voorstuk van een overhemd platstuk: WNT: plat (III), ss. platstuk, 3. Gewestelijk (hier en daar in Z.-Ndl.) als naam voor de beide schouderstukken van een kiel of hemd, van achteren tegen elkaaar genaaid.  plat stək (Vliermaal, ... ) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek gestreepte broek: gəstrībdə bruk (Vliermaal) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3